Advertenties
18
4.1
De Smart HUB Plus / Smart HUB-controller installeren
De controller kan worden aangesloten op een stopcontact waarvan de spanning
hetzelfde is als de spanning die staat aangegeven op het typeplaatje van de
controller.
Sluit de controller niet aan op een stopcontact als de voedingskabel van de
controller of de behuizing beschadigd zijn.
Raak de stekker van het netsnoer niet aan met natte handen.
Trek niet aan de kabel om hem uit het stopcontact te halen. Trek in plaats
daarvan aan de stekker.
Als er rook uit het apparaat komt, haal dan de stekker uit het stopcontact.
Plaats geen zware voorwerpen op de controller.
Installeer de controller niet op locaties boven 2000 m zeeniveau.
4.1.1
Beschrijving van de Smart HUB Plus / Smart HUB-controller
afb. 1 toont de voorkant van de controller:
led indicatie:
knippert in roze – controller wordt opgestart,
AAN in roze – de controller werkt in de Wi-Fi-toegangspuntmodus (je kunt verbinding
maken met de controller in het BEWAVE_AP netwerk),
AAN in blauw – controller is verbonden met een lokaal netwerk maar heeft geen toegang
tot het internet of geen verbinding met de SATEL server,
AAN in het groen – de controller is verbonden met het internet,
knippert daarbij geel – problemen,
knippert daarbij rood – alarm,
kleuren veranderen soepel – de firmware-update van de controller is bezig,
AAN in het wit – de fabrieksreset van de controller is bezig.
Smart HUB Plus ● Smart HUB
SATEL
Advertenties
