SATEL
geactiveerd is mag er geen bewegend object in het detectiegebied van de radar
detector zijn, omdat dit een juiste kalibratie van de detector verhindert.
5.1
De diagnose mode inschakelen
1. Tik op het
2. Tik op Diagnose > De Diagnose mode inschakelen.
Alle apparaten gaan na enige tijd (tot 24 seconden) naar de diagnose mode.
Conform de eisen van de EN50131 wordt het draadloze signaalniveau, welke
verzonden worden door draadloze apparaten, gereduceerd tijdens de test mode.
Vergeet niet de diagnostische mode uit te schakelen wanneer het testen en
onderhouden van de BE WAVE apparaten is voltooid.
6. Onderhoud
6.1
Firmware updaten
1. Tik op het
2. Tik op Smart HUB configuratie > Systeem updaten.
3. Tik op Ja om de firmware voor de controller en de BE WAVE apparaten bij te werken.
De knop Systeem updaten is beschikbaar wanneer er een nieuwe firmwareversie
beschikbaar is.
Wanneer de firmware-update voltooid is, wordt de controller opnieuw opgestart.
Het verzenden van het updatebestand naar de BE WAVE apparaten kan enige tijd
duren. De update zelf duurt slechts enkele seconden. Het apparaat voert dan zijn
normale functies niet uit.
6.2
Batterijen vervangen
Wees voorzichtig bij het vervangen van de batterij. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor de consequenties van het niet juist plaatsen van de batterij.
De gebruikte batterijen mogen niet worden weggegooid, maar moeten worden
ingeleverd
milieubescherming.
De oplaadbare batterij van de Smart HUB Plus / Smart HUB wordt niet opgeladen
bij temperaturen onder 0°C.
6.2.1
De oplaadbare batterij in de Smart HUB Plus / Smart HUB-controller
vervangen
De oplaadbare batterij in de controller dient te worden vervangen door
gekwalificeerd personeel.
Smart HUB Plus ● Smart HUB
icoon.
icoon.
in
overeenstemming
met
de
bestaande
75
regels
voor