Robot
De huidige positie van de robotarm en de opgegeven nieuwe doelpositie worden weergegeven in
3D-afbeeldingen. De 3D-tekening van de robotarm bevat de huidige positie van de robotarm, en de
"schaduw" van de robotarm toont de doelpositie van de robotarm die geregeld wordt door de
opgegeven waarden in de rechterzijde van het scherm. Druk op de pictogrammen van het
vergrootglas om in/uit te zoomen of sleep een vinger om de weergave te wijzigen.
Als de opgegeven doelpositie van de robot-TCP in de buurt komt van een veiligheids- of
triggervlak, of als de oriëntatie van robotgereedschap in de buurt is van de oriëntatiegrens van
gereedschap
(zie 1.20.12. Grenzen on
page100), wordt een 3D-weergave van het naderen van de
grenzen weergegeven.
Veiligheidsvlakken worden gevisualiseerd in geel en zwart met een kleine pijl die de normale
positie van de vlakken weergeeft, die staat voor de zijkant van het vlak waarop de robot-TCP
gepositioneerd mag worden. Triggervlakken worden in blauw en groen weergegeven met een
kleine pijl die naar de zijkant van het vlak wijst, waarbij de limieten van de modus Normaal
(zie 1.20.6. Veiligheidsmodi on
page93) actief zijn. De gereedschaporiëntatiegrens wordt
gevisualiseerd met een sferische kegel samen met een vector die de huidige oriëntatie van het
robotgereedschap weergeeft. De binnenkant van de kegel geeft de toegestane ruimte aan voor
gereedschapsoriëntatie (vector).
Als het doel-TCP van de robot niet langer in de buurt van de limiet is, verdwijnt de 3D-
representatie. Als de doel-TCP een grens overschrijdt of bijna overschrijdt, wordt de visualisatie
van de limiet rood.
UR3
120
Gebruikershandleiding