Metingen
De meter meet de afstand tot een object, het oppervlak
tussen twee gemeten afstanden of het volume tussen drie
gemeten afstanden. Deze handleiding geeft aan wanneer
een functie modelafhankelijk is. Als er niets is
aangegeven, beschikken alle modellen over de
betreffende functie.
Enkelvoudige afstandmeting
Afstand meten:
1.
Druk op
om de laser in te schakelen.
2.
Druk opnieuw op
voeren.
De meting wordt op het display weergegeven.
Opmerking
Als u de laser op kleurloze vloeistoffen, glas,
piepschuim, halfdoorlatende oppervlakken en
hoogglansoppervlakken richt, kan dit tot
meetfouten leiden. De meetduur wordt langer als
u de laser op donkere oppervlakken richt.
Een richtplaat is handig voor metingen over lange
afstanden wanneer de reflectiviteit van het doel en de
verlichting een probleem vormen.
Minimum/maximum-tracking
De tracking-functie meet de ruimte diagonaal
(maximumwaarde) en de horizontale afstand
(minimumwaarde) van een stabiel meetpunt. Deze functie
kan tevens de afstand tussen objecten bepalen. Zie
afbeelding 10.
om de afstandsmeting uit te
10
Min.
Om te meten:
1.
Houd
gedurende 2 seconden ingedrukt.
wordt op het display weergegeven, ter
bevestiging dat de meter in de tracking-modus staat.
2.
Beweeg de laser van de ene naar de andere zijde en
omhoog en omlaag op het doelgebied (bijvoorbeeld
in de hoek van een ruimte).
3.
Druk op
om de tracking-modus te stoppen.
De laatste gemeten waarde wordt in de
resultaatregel weergegeven.
Opmerking
Alleen 419D/424D: de waarden voor maximum-
en minimumafstanden worden op het display
weergegeven. De laatste gemeten waarde wordt
in de resultaatregel weergegeven.
Laser Distance Meter
Metingen
Max.
gws08.eps
17