Inhoudsopgave
Advertenties
Programmering Commander DELTA
Symbool
Parameters
Kantafstand (2e waarde)
e
2
waarde voor de kantafstand, kan
met een toets op het toetsenblok of via
de tegels op het bedieningspaneel wor-
den ingeschakeld.
Programmalus
Volgende naadprogramma
Een aansluitend programma kan wor-
den vastgelegd. Invoer via het pro-
grammanummer.
Programmalus
Het programma wordt als lus uitge-
voerd, dit is bijvoorbeeld handig bij
naden met siersteken.
U kiest een begin- en eindsegment uit
een programma en legt vast hoe vaak
de geselecteerde segmenten moeten
worden genaaid.
Hoofdparameters
Draadklem
De draadklem wordt bij de 1
van de naad gesloten, zodat de boven-
draad aan de onderkant van het naai-
werk ligt
Modus voor spoelcontrole
Gebruikershandleiding M-TYPE DELTA - 03.0 - 12/2020
Instelling
Waardebereik
01,0–45,0 [mm]
Aan/uit
Beginsegment
Waardebereik 00–30
(0 = de lus start vanaf het 1e seg-
ment)
Eindsegment
Waardebereik 00–30
(0 = de lus blijft actief tot en met het
laatste segment)
Herhalingen
Waardebereik 00–99
(0 = de lus blijft actief totdat handma-
tig naar het volgende segment wordt
geschakeld)
Waardebereik
e
steek
Aan/uit
(zie P. 114)
111
Advertenties
Inhoudsopgave
