88
Instelmogelijkheden bovendraadspanning
Menuonderdeel Instelling 1
Lineair
Bovendraadspanning
Waardebereik 00–99
Min.
Naaisnelheid
Waardebereik
0000–4000 [rpm]
(afhankelijk van het
model)
Max.
naaisnelheid
Waardebereik
0000–4000 [rpm]
(afhankelijk van het
model)
e
2
waarde
Min.
aan/uit
naaisnelheid
Waardebereik
0000–4000 [rpm]
(afhankelijk van het
model)
e
2
waarde
Min.
aan
naaisnelheid
Waardebereik
0000–4000 [rpm]
(afhankelijk van het
model)
Gebruikershandleiding M-TYPE DELTA - 03.0 - 12/2020
Programmering Commander DELTA
Instelling 2
Maximale bovendraadspan-
ning die bij de bovenste
grenswaarde van het toe-
rental moet worden bereikt.
Bij dit toerental moet de
verhoging van de boven-
draadspanning beginnen.
Tot dit toerental moet
de verhoging van de
bovendraadspanning
plaatsvinden.
Vanaf dit toerental moet de
e
2
bovendraadspanning
worden gebruikt.
Vanaf dit toerental moet de
e
2
bovendraadspanning
worden gebruikt.