Nuttige functies
Hieronder worden functies beschreven waarmee u efficiënter kunt naaien.
Naaldstopstand wijzigen
U kunt de naaimachine zo instellen dat de naald in
de stof blijft staan (naaldstopstand omlaag), of zo dat
de naald omhoog blijft staan (naaldstopstand
omhoog) wanneer u stopt met naaien.
Druk op
(naaldstopstandtoets) op het
bedieningspaneel om te schakelen tussen de twee
instellingen.
■ Voor de naaldstopstand omhoog
(naaldstopstandtoets) brandt.
■ Voor de naaldstopstand omlaag
(naaldstopstandtoets) brandt niet.
• Bij aanschaf is de machine ingesteld op
naaldstopstand omlaag.
Memo
● De naaldstopstandinstelling verandert niet
wanneer u de naaimachine uitschakelt.
Automatisch achteruit naaien/
verstevigingssteken naaien
U kunt de naaimachine zo instellen dat aan het
begin en het einde van het stiksel automatisch
achteruit wordt genaaid of verstevigingssteken
worden genaaid.
Afhankelijk van de geselecteerde steek zal de
machine achteruit naaien of verstevigingssteken
maken. Voor meer informatie, zie
"Steekinstellingen" (pagina 94).
1
Selecteer een steek.
• Voor meer informatie over het selecteren
van een steek, zie "Steken selecteren"
(pagina 56).
2
Druk op
(automatisch achteruit/
verstevigingssteektoets) op het
bedieningspaneel.
Deze stap is niet noodzakelijk bij steken voor
knoopsgaten en trenssteken waarbij
automatisch verstevigingssteken worden
gemaakt.
(automatisch achteruit/
verstevigingssteektoets) gaat branden.
• Wanneer u automatisch achteruit naaien/
verstevigingssteken naaien wilt uitschakelen,
drukt u op
(automatisch achteruit/
verstevigingssteektoets) totdat de toets niet
meer brandt.
• Wanneer u de machine uitzet, wordt de
instelling automatisch achteruit/
verstevigingssteken geannuleerd.
Nuttige functies
49
2