— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
NAAISTEKEN
Overhandse steken naaien met de optionele zijsnijder
Met de zijsnijder kunt u marges afwerken terwijl de rand van de stof wordt afgesneden. Met de volgende vier
steken kunt u overhands naaien.
Wanneer de zijsnijder is bevestigd, moet u instellingen kiezen binnen het hieronder aangegeven bereik.
Steek
Patroon
00
Rechte steken naaien terwijl de
stof wordt afgesneden
Rafelen voorkomen in dunne en
06
middelzware stof terwijl de stof
wordt afgesneden
Overhandse
steek
07
Rafelen voorkomen in dikke stof
terwijl de stof wordt afgesneden
17
Zigzagsteken naaien terwijl de
stof wordt afgesneden
1
Verwijder de persvoet.
• Voor meer informatie, zie "Persvoet
verwisselen" (pagina 33).
2
Zet de persvoethendel omlaag en rijg de draad
handmatig in.
• U kunt de naaldinrijger niet gebruiken.
Wanneer u de naaldinrijger gebruikt met de
zijsnijder, kan de naaimachine beschadigd
raken.
3
Zet de persvoethendel omhoog.
60
Toepassing
Auto-
matisch
0,0
(0)
3,5
(1/8)
5,0
(3/16)
3,5
(1/8)
4
5
Steekbreedte
Steeklengte
[mm (inch)]
[mm (inch)]
Auto-
Handmatig
matisch
0,0–7,0
2,5
(0–1/4)
(3/32)
2,5–5,0
2,0
(3/32–3/16)
(1/16)
2,5–5,0
2,5
(3/32–3/16)
(3/32)
0,0–7,0
1,4
(0–1/4)
(1/16)
Haak de verbindingsvork van de zijsnijder op
de naaldklemschroef.
a
1 Verbindingsvork
2 Naaldklemschroef
Plaats de zijsnijder zo dat de pin van de
zijsnijder op één lijn staat met de inkeping in
de persvoethouder en zet vervolgens de
persvoethendel langzaam omlaag.
a
1 Inkeping in persvoethouder
2 Pin
De zijsnijder is bevestigd.
Persvoet
Handmatig
0,2–5,0
(1/64–3/16)
1,0–4,0
(1/16–3/16)
S
1,0–4,0
(1/16–3/16)
0,0–4,0
(0–3/16)
b
b