DE BASISPRINCIPES VAN HET NAAIEN
Naaien
Hieronder worden basishandelingen voor het naaien beschreven.
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voordat u de naaimachine gaat gebruiken.
VOORZICHTIG
●
Let goed op de plaats van de naald wanneer de machine in werking is. Houd bovendien uw
handen uit de buurt van alle bewegende delen zoals de naald en het handwiel. Anders kunt u
letsel oplopen.
●
Trek niet te hard aan de stof en duw de stof niet te hard tijdens het naaien. Anders kunt u
letsel oplopen of kan de naald breken.
●
Gebruik nooit verbogen naalden. Verbogen naalden kunnen gemakkelijk breken, wat letsel
kan veroorzaken.
●
Pas op dat de naald geen rijgspelden raakt, anders kan de naald verbuigen of breken.
Algemene procedure voor het naaien
Volg de onderstaande basisprocedures voor het naaien.
Zet de machine
1
aan.
2
Selecteer de steek.
Bevestig de
3
persvoet.
4
Plaats de stof.
5
Begin met naaien.
6
Snijd de draad af.
40
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Zet de machine aan.
Voor meer informatie over het aanzetten van de machine, zie "De
machine aanzetten" (pagina 15).
↓
Selecteer de geschikte steek voor het vlak dat u wilt naaien.
Voor meer informatie over het selecteren van een steek, zie "Steken
selecteren" (pagina 56).
↓
Bevestig de persvoet die het geschiktst is voor de steek.
Voor meer informatie over het verwisselen van de persvoet, zie "Persvoet
verwisselen" (pagina 33).
↓
Plaats het vlak dat u wilt naaien onder de persvoet. Zorg dat u de stukken
stof in de juiste volgorde naait en dat de voor- en achterkant van de stof op
de juiste manier tegen elkaar liggen.
Voor meer informatie over het plaatsen van de stof, zie "Stof plaatsen"
(pagina 41).
↓
Begin met naaien.
Voor meer informatie over het beginnen met naaien, zie "Beginnen met
naaien" (pagina 42) .
↓
Snijd de draad af wanneer u klaar bent met naaien.
Voor meer informatie over het afsnijden van de draad, zie "Draad
afsnijden" (pagina 45).