1
Veiligheidsvoorschriften
1.1
Correct gebruik
De S5000-gasmonitor, hierna ook toestel genoemd, is een gasmonitor voor het meten van toxische en brandbare gassen
en zuurstof. Met behulp van sensoren test het toestel de omgevingslucht. Zodra een gas een bepaalde concentratie
overschrijdt, gaat er een alarm af.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen smeermiddelen met siliconen voor het assembleren van het toestel en voorkom dat silicone dampen in het
toestel dringen wanneer het in werking is. Siliconen kunnen de brandbaargassensor ongevoelig maken en dit kan leiden tot
onjuiste lage waarden.
Gebruik uitsluitend originele MSA-reserveonderdelen bij het uitvoeren van alle onderhoudsprocedures beschreven in deze
gebruiksaanwijzing. Als dit niet gebeurt, kan de prestatie van de sensor en gasbewaking ernstig worden beperkt, kunnen
vlambestendige/explosieveilige eigenschappen veranderen of kunnen goedkeuringen door instanties ongeldig worden.
Het niet opvolgen van deze waarschuwingen kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood.
WAARSCHUWING!
Typisch voor dit type is, dat hoge concentraties of langdurige blootstelling aan bepaalde samenstellingen in de geteste
atmosfeer de sensoren kunnen vervuilen. In omgevingen waar de S5000-gasmonitor aan dergelijke materialen wordt
blootgesteld, moet u het apparaat voor een betrouwbare werking regelmatig kalibreren en om te bevestigen dat de
getoonde waarden juist zijn.
Deze effecten omvatten, maar zijn niet beperkt tot:
• Passieve MOS-sensoren kunnen nadelig worden beïnvloed door langdurige blootstelling aan bepaalde stoffen. Een
verminderde gevoeligheid of corrosie kunnen geleidelijk optreden als dergelijke stoffen in lage concentraties
aanwezig zijn. Bij hoge concentraties kan dit erg snel gaan. Voorbeelden van deze stoffen zijn:
○ Halogeniden: samenstellingen met fluor, chloor, broom of jood
○ Zware metalen, bijvoorbeeld tetra-ethyl-lood
○ Caustische en zuurhoudende vloeistoffen en dampen
○ Glycol
• De digitale H2S-sensor kan nadelig worden beïnvloed door de volgende stoffen:
○ Alcohol (methanol, ethanol, isopropanol)
○ Stikstofdioxide (NO
○ Chloor (Cl
)
2
○ Lakoplosmiddelen (aceton, terpentine, tolueen, minerale brandstoffen, enz.)
• De digitale CO-sensor kan nadelig worden beïnvloed door de volgende stoffen:
○ Alcohol (methanol, ethanol, isopropanol)
○ Lakoplosmiddelen (aceton, terpentine, tolueen, minerale brandstoffen, enz.)
• De digitale O
-sensor kan nadelig worden beïnvloed door de volgende stoffen:
2
○ Langdurige blootstelling aan lage acetyleenniveaus
○ Lakoplosmiddelen (aceton, terpentine, tolueen, minerale brandstoffen, enz.) in hoge concentraties van meer
dan 1000 ppm of langdurige blootstelling aan lagere concentraties
NL
)
2
1 Veiligheidsvoorschriften
5