5 Kalibratie
waarde. De bekende gasconcentratie wordt een spanwaarde genoemd, want hij vertegenwoordigt de spanne of het bereik
van de kalibratiecurve van nul naar die waarde.
Afbeelding 32 Kalibratiecurve
De sensorspanwaarde (d.w.z. kalibratieniveau) in het toestelmenu moet overeenkomen met de concentratie vermeld op de
kalibratiegascilinder.
5.5
Nulpunt van XCell- en IR-sensoren kalibreren
OPMERKING
Als een wachtwoord is ingeschakeld, kunt u alleen met het wachtwoord doorgaan met de kalibratie.
Om af te breken drukt u op de EZ-aanraakknop of houdt u de magneet op het GM-logo voordat u het doelgas
toepast.
In het geval dat een kalibratie niet kan worden voltooid, kan de gebruiker MISLUKT bevestigen door de EZ-
aanraakknop ingedrukt te houden of de magneet op het GMI-logo te plaatsen totdat "Reset" wordt weergegeven.
De eenheid gaat terug naar de instellingen van de laatste, geslaagde kalibratie.
WAARSCHUWING!
Het reduceerventiel dat wordt gebruikt bij de nulgascilinders, mag niet hetzelfde zijn als het reduceerventiel dat voor het
doelgas wordt gebruikt. Het nulgasreduceerventiel kan in de loop der tijd vervuild raken door het doelgas waardoor de
detectiebasislijn hoger wordt en de sensor minder gevoelig wordt voor het doelgas.
Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood.
Als er geen doelgas is in de atmosfeer rondom de sensor, is gebruik van een nulgascilinder optioneel. Denk
eraan dat een nulgascilinder nodig is om het nulpunt van een IR700-sensor in te stellen omdat lucht CO
Voor IR700-sensoren raden wij als nulgas stikstof aan.
71
bevat.
2
NL