De huidige status (ingeschakeld/uitgeschakeld) wordt weergegeven.
4. Raak de knop aan om te schakelen naar de gewenste status.
5. Selecteer "Klaar?".
Sensorreset - Laatste optie van Sensor instellen
OPMERKING
De sensor gaat naar storing Sensorconfiguratie resetten (F007) en moet worden gekalibreerd na een sensorreset.
Alle instellingen, inclusief Alarminstelpunt en Kalibratiewaarden, gaan terug naar de fabrieksinstellingen.
De standaardwaarden van de sensor kunnen worden hersteld door de sensor te resetten. Tijdens het resetten van de
sensor geeft de analoge uitgang de actuele gaswaarde van de sensor weer (d.w.z. 0 % LEL = 4 mA) tijdens de 120 s
durende countdown.
De sensor resetten naar fabriekswaarden:
1. Ga naar het menu Sensor instellen.
2. Ga de menu's bij langs door aan het eind van iedere optie "Klaar?" te selecteren.
3. Raak de knop aan als Instelling resetten over het scherm beweegt.
4. Raak de knop aan om te wijzigen in ja.
5. Om af te sluiten raakt u de knop aan als "Klaar?" wordt weergegeven.
Dit is het laatste menu van Sensor instellen. Met "Klaar?" gaat u terug naar het menu Instellen en worden de
wijzigingen opgeslagen.
4.2.3
Relaisinstellingen
Relais instellen wordt gebruikt om de relaiszonetoewijzing en de instellingen voor bekrachtigd/niet-bekrachtigd te wijzigen.
Relaiszone/-toewijzing
1. Houd uw vinger op de knop terwijl de menuselecties over het scherm bewegen.
2. Haal uw vinger weg als het menu Instellen wordt weergegeven.
3. Raak de knop aan als Relais instellen wordt weergegeven.
De huidige instelling voor zone/toewijzing wordt weergegeven (Gemeenschappelijk/Discreet).
4. Door de knop nogmaals aan te raken schakelt u tussen de instellingen.
5. Als de instelling gewijzigd is, raakt u de knop aan als "Klaar?" weergegeven wordt om de wijziging op te slaan en door
te gaan naar de volgende instelling. Als er niet gewijzigd wordt, gaat het menu verder naar de volgende instelling
nadat alles twee keer over het scherm is geweest.
Relais 1 en Relais 2 kunnen worden geconfigureerd voor de modi gemeenschappelijk en discreet via het
toesteldisplaymenu of de X/S Connect-app.
De standaardinstelling voor relais toewijzen is de gemeenschappelijke modus. In de gemeenschappelijke modus wordt
relais 1 geactiveerd door alarm 1 op een van de sensoren en relais 2 wordt geactiveerd door alarm 2 op een van de
sensoren.
51
NL