Menu Klimatisering
In het menu Klimatisering vindt u de volgende
submenu's, naargelang de uitrusting:
Submenu Voorin
Submenu voor de klimaatregeling van de voor-
zijde, met de volgende functies:
Climatronic in-/uitschakelen
109
.
A
Luchtroosters
Door op de pijlen op de lucht-
roosters te drukken, wordt de verdeling
van lucht naar een of meer van de vol-
gende zones geselecteerd: voeten, boven-
lichaam of voorruit. De kleur van de pijlen
geeft niet de temperatuur van de luchtuit-
laat aan, maar wel de gevraagde tempera-
tuur volgens de omgevingscondities.
142
Airconditioning
Stel de snelheid van de aanjager hand-
matig in door te drukken op
Handmatige instelling van de stuurwiel-
verwarming in drie niveaus. Druk meer-
maals op de functietoets
wenste niveau is ingesteld. Om het uit te
schakelen, drukt u meermaals tot geen
›››
afb.
enkele led meer brandt
De functie van ontdooien/ontwasemen
van de Climatronic maakt de voorruit vrij
van ijs en condensatie. De lucht wordt
ontvochtigd en de aanjager wordt op een
hoger niveau gezet.
Wanneer deze functie actief is, blijft de kli-
matisering achterin uitgeschakeld.
Afb. 109
klimatisering
Schakel de achterruitverwarming in of uit
of
.
met draaiende motor. Ze wordt automa-
tisch uitgeschakeld na maximaal 10 minu-
ten. De achterruitverwarming dient uitge-
schakeld te worden zodra de ruit niet meer
tot het ge-
beslagen is. Een lager stroomverbruik is
gunstig voor het brandstofverbruik.
Om de accu te beschermen kan het ge-
›››
pag.
146.
beuren dat deze functie tijdelijk uitgescha-
keld wordt. Zodra de normale bedrijfsom-
standigheden hersteld zijn, kan de functie
weer gebruikt worden.
Het systeem van koeling en ontwase-
ming in-/uitschakelen.
In deze stand regelt het systeem auto-
matisch de temperatuur van het interi-
eur, de snelheid van de aanjager en de
luchtverdeling om een optimaal warmte-
Schematische weergave: Menu