In de Powermeter kunnen de volgende aanwij-
›››
zingen worden getoond:
afb.
De wagen wint elektriciteit terug.
A
Elektrisch rijden e-Mode.
B
De verbrandingsmotor werkt. In de Boost-
C
functie rijdt de wagen korte tijd met maxi-
maal vermogen van de elektro- en ver-
brandingsmotor.
Aanwijzingen op het scherm
Mogelijke aanwijzingen op het display in het
instrumentenpaneel
Op het instrumentenpaneel kan diverse infor-
matie worden getoond naargelang de wagen-
uitrusting:
●
Geopende portieren, motorkap en achter-
klep
●
Waarschuwings- en informatieberichten
●
Kilometerteller
›››
●
Tijd
pag. 31
●
Aanwijzingen van de radio en het navigatie-
systeem
●
Aanwijzingen van de telefoon
●
Buitentemperatuur
●
Aanwijzing van het kompas
●
Standen van de keuzehendel
●
Aanbevolen versnelling
Informatie voor de bestuurder
Instrumentenpaneel
●
Gecombineerde actieradius (hybride wa-
›››
gens)
6,
afb.
7.
●
Aanwijzing van de reisgegevens (multifunc-
tie-indicatie) en menu's om diverse instellin-
gen uit te voeren
●
Service-intervalindicatie
●
Snelheidswaarschuwing
●
Snelheidswaarschuwing voor de winterban-
den
●
Statusindicatie van het start-stopsysteem
›››
pag. 164
●
Tekens herkend door het systeem van ver-
keerstekenherkenning en waarschuwing dat de
maximaal toegestane snelheid is overschreden
›››
pag. 27
●
Indicatie van de staat van de actieve cilinder-
regeling (ACT®)
●
Rijden met laag verbruik
●
Aanwijzingen van de bestuurdershulpsyste-
men
Geopende portieren, motorkap en achter-
klep
Na ontgrendeling van de auto en tijdens het
rijden toont het display van het instrumenten-
paneel of een van de portieren, motorkap of
achterklep openstaan; in dat geval klinkt ook
een akoestisch signaal.
›››
pag. 24
›››
pag. 31
›››
pag. 152
Standen van de keuzehendel
De ingeschakelde keuzehendelstand wordt zo-
wel naast de keuzehendel als op het display
van het instrumentenpaneel aangegeven. Als
de hendel zich in stand D/S of in stand Tip-
tronic bevindt, wordt op het display van het in-
strumentenpaneel de ingeschakelde versnel-
ling getoond.
Buitentemperatuurmeter
Indien de buitentemperatuur lager is dan on-
geveer +4 °C (+39 °F), gaat in de indicator bui-
tentemperatuur daarnaast ook het "ijskristal-
symbool" . Dit symbool blijft branden tot de
buitentemperatuur hoger is dan +6 °C (+43 °F)
›››
.
In de volgende situaties kan de aangegeven
buitentemperatuur hoger zijn dan de werke-
lijke temperatuur door de warmte die de motor
afgeeft:
●
Wanneer de wagen stilstaat.
●
Wanneer u erg traag rijdt.
Aanbevolen versnelling
Tijdens het rijden kan op het display van het
instrumentenpaneel de aanbevolen versnelling
worden getoond om brandstof te besparen
›››
pag.
151.
23