Rendamax
Type
R501/R301
R502/R302
R503/R303
R504/R304
R505/R305
R506/R306
R507/R307
Tabel 9
Schoorsteenverliezen in meters rechte pijp
* Aansluiting op unit
5.3.6
Condensafvoer
Het in de ketel gevormde condensaat dient te worden afgevoerd naar het riool.
x
Indien er geen directe aansluiting op het riool aanwezig is, kan men gebruik maken van een water-
verzamelbak met pomp en niveauschakelaar die het condenswater naar de riolering pompt. Het
lozen van condens in dakgoten is niet toegestaan.
De ketel is uitgevoerd met een sifon, welke voorkomt dat er rookgassen in de stookruimte terecht
komen.
De aansluiting op de riolering dient zodanig plaats te vinden, dat er een open verbinding onder de
condensafvoer van de ketel ontstaat (zie fi g. 9). Daarnaast moet de afvoerleiding overeenkomstig
de geldende voorschriften worden voorzien van een sifon/stankafsluiter.
Tevens dient de afvoerleiding onder afschot te verlopen.
Zorg ervoor, dat de afstand tussen de condensuitlaat van de ketelsifon en de afvoerleiding mi-
nimaal 5 mm is. Hierdoor ontstaat de vereiste open verbinding en worden voorkomende onder-
houdswerkzaamheden en inspecties vereenvoudigd.
Fig. 9
Condensafvoer
Diameter
Bocht
in
90°
mm
R/D =0,5
80
4,0
100*
4,9
130
6,2
100*
4,9
130
6,2
100
4,9
130*
6,2
150
130
6,2
150*
150
180*
180
200*
180
200*
250
Doc1002/500nl
Bocht
Bocht
90°
45°
R/D = 1
R/D=0,5
1,2
1,4
2,2
1,6
1,4
2,2
1,6
1,4
2,2
1,6
2,5
1,8
2,2
1,6
2,5
1,8
2,5
1,8
3,2
2,3
3,2
2,3
3,6
2,6
3,2
2,3
3,6
2,6
4,3
3,1
T-stuk
4,0
4,9
6,2
4,9
6,2
4,9
6,2
7,5
6,2
7,5
7,5
9,0
9,0
10,1
9,0
10,1
12,4
25