Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Reinigen Zeef Gascombinatieblok; Ionisatiemeting - Rendamax R500 Series Technische Documentatie

Inhoudsopgave

Advertenties

Rendamax
8.3
Procedure
a) Maak de ketel spanningsloos
b) Draai de gaskraan dicht
Om de volgende werkzaamheden te kunnen uitvoeren moet de buitenbeplating eerst verwijderd
worden.
- De ontstekings- en ionisatie-elektrode zijn aan de rechterzijde van de ketel gemonteerd.
Verwijder de bougiedoppen van de ontsteek- en ionisatie-elektrode en inspecteer deze op
mogelijke beschadigingen zoals inbrand- en vervuilingsverschijnselen (vervang eventueel de
bougiedoppen).
- Bij ketels in een stoffi ge omgeving kan het ventilatorwiel vervuilen. De luchtopbrengst loopt
hierdoor terug en het wiel kan in onbalans raken. Het wiel met een borsteltje reinigen.
- Voor het inspecteren en reinigen van de condensopvangbak kan de condensplaat aan de onder-
zijde van de ketel verwijderd worden. Alle losse aanwezige vervuiling kan verwijderd worden.
- Onder de condensplaat bevindt zich een sifon. Draai de sifon los en reinig deze.
- Alle aansluitingen van de drukmeetleidingen moeten geïnspecteerd worden.
Zorg dat deze goed bevestigd zijn; zo nodig de koppelingen aandraaien.
- Inspecteer de schroefjes in de meetnippels; vervang de meetnippels wanneer deze beschadigd
zijn.
- Om gas-, lucht- en rookgaszijdige metingen uit te voeren moet men gebruik maken van gekali-
breerde testapparatuur.
- Alle testgegevens moeten genoteerd worden op de desbetreffende testformulieren.
8.4
Reinigen brander, warmtewisselaar
De brander en warmtewisselaars kunnen waterzijdig worden gereinigd met de daarvoor geschikte
middelen. Voor advies met betrekking tot geschikte middelen dient de servicedienst van uw
Rendamax leverancier geraadpleegd te worden.
8.5

Reinigen zeef gascombinatieblok

Het zeef in het gasregelcombinatieblok kan gereinigd worden. Demonteer eerst de gasklep.
8.6

Ionisatiemeting

Voor het uitvoeren van een ionisatiemeting dient een micro-ampèremeter, met een meetbereik
van 0 - 200 µA DC, in het ionisatiecircuit te worden opgenomen. Op deze wijze kan de ionisatiebe-
veiliging worden gecontroleerd. De nominale ionisatiestroom bedraagt 6 tot 25 µA. De minimale
ionisatiestroom bedraagt 2,8 µA.
8.7
Service
Voor het verlenen van service en onderhoud is de servicedienst van uw Rendamax leverancier
steeds beschikbaar.
Doc1002/500nl
41

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave