FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN
LAGE OLIEDRUK
Het waarschuwingssysteem wordt geactiveerd als de oliedruk te laag wordt. Stop de motor eerst en
controleer het oliepeil. Vul zo nodig olie bij. Neem contact op met uw dealer als de olie tot het aanbevolen
niveau staat en de waarschuwingshoorn blijft klinken. Het motortoerental wordt begrensd op 2800 omw/min,
maar u mag de motor niet blijven gebruiken.
TOERENTALBEGRENZER
De buitenboordmotor is met een toerentalbegrenzer uitgerust die het maximale toerental van de motor
beperkt. Hierdoor wordt de motor tegen mechanische schade beschermd.
Een te hoog toerental van de motor kan onder meer worden veroorzaakt door:
•
Buitenboordmotor te hoog op de spiegel gemonteerd
•
Rotor of mantel van jetpomp versleten
•
Verkeerde afgestelde speling voor rotor van jetpomp
•
Buitenboordmotor voorbij de verticale stand gekanteld
•
Cavitatie bij rotor door woelig water of obstructie in het onderwaterschip
•
Geblokkeerde waterinlaat
Wanneer de toerentalbegrenzer activeert, wordt de ontstekingsspanning verlaagd zodat het motortoerental
tijdelijk afneemt. Te hoge overtoeren (boven 6300 omw/min) leidt tot uitschakelen van de cilinders om bedrijf
boven deze grens te voorkomen.
Vervangbare breekspie van jetaandrijving
De jetaandrijving is met een breekspie uitgerust om hem te beschermen in geval de impeller vastloopt. U kunt
de breekspie bereiken door het waterinlaathuis en de impeller te verwijderen. Zie hoofdstukOnderhoud –
Impeller verwijderen en installeren.
nld
29174
31