▪ De leidingen aansluiten – Lucht, vochtigheid, stof. Als lucht,
vocht of stof in het circuit terechtkomt, kunnen storingen ontstaan.
Om dit te voorkomen:
▪ gebruik alleen schone buizen;
▪ houd de uiteinden van de leidingen omlaag tijdens het
verwijderen van bramen;
▪ dek de uiteinden van de leiding af wanneer u de leiding door
een muur steekt, zodat stof noch vuil in de leiding kan
indringen;
▪ gebruik
een
goed
draadafdichtmiddel
waterdicht te maken.
▪ Gesloten circuit. Gebruik de binnenunit ALLEEN in een gesloten
waterinstallatie. Het systeem in een open waterinstallatie
gebruiken zou overmatige corrosie als gevolg hebben.
▪ Glycol. Om veiligheidsredenen is het NIET toegestaan glycol in
het watercircuit toe te voegen.
▪ Lengte van de leidingen. Wij adviseren de leidingen tussen de
tank voor warm tapwater en het afnamepunt van het warme water
(douche, bad enz.) zo kort mogelijk te maken en doodlopende
stukken te vermijden.
▪ Diameter van de leidingen. Selecteer de diameter voor de
waterleidingen op basis van het vereiste waterdebiet en de
beschikbare
externe
statische
"14 Technische gegevens" op pagina 94
de externe statische drukken voor de binnenunit.
▪ Waterdebiet. U kunt het vereiste minimumwaterdebiet voor de
werking van de binnenunit in de volgende tabel vinden. Dit debiet
moet in alle situaties steeds gegarandeerd zijn. Indien het debiet
lager is, zal de binnenunit stoppen te werken en storing 7H geven.
Minimum vereist debiet tijdens ontdooien/back-upverwarming
04+08 modellen
11+16 modellen
▪ Ter plaatse te voorziene onderdelen – Water. Gebruik alleen
materialen die compatibel zijn met water dat in de installatie
gebruikt wordt en met de materialen van de binnenunit.
▪ Ter plaatse te voorziene onderdelen – Waterdruk en -
temperatuur. Controleer of alle componenten in de lokale
leidingen bestand zijn tegen de waterdruk en watertemperatuur.
▪ Waterdruk. De maximum waterdruk bedraagt 4 bar. Voorzie
gepaste veiligheden in het watercircuit om ervoor te zorgen dat de
maximumdruk NIET overschreden wordt.
▪ Watertemperatuur.
Alle
leidingtoebehoren (kleppen, verbindingsstukken enz.) DIENEN
bestand te zijn tegen de volgende temperaturen:
INFORMATIE
De volgende afbeelding is een voorbeeld en stemt mogelijk
NIET overeen met de lay-out van uw installatie.
ERLQ004~008CA + EHBH/X04+08CB
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P384972-1C – 2018.07
om
verbindingen
druk
van
de
pomp.
Zie
voor de grafieken voor
12 l/min
15 l/min
geplaatste
leidingen
en
65°C
T
a
b
c
d e
f
M
f
a
Buitenunit
b
Binnenunit
c
Warmtewisselaar
d
Back-upverwarming
e
Pomp
f
Afsluiter
g
Gemotoriseerde 3-wegklep (geleverd bij de tank voor warm
tapwater)
h
Gemotoriseerde 2-wegklep (ter plaatse te voorzien)
i
Verdeelstuk
j
Warmtapwatertank
k
Warmtewisselaarspoel
l
Boosterverwarming
FCU1...3
Ventilatorconvector (optie) (ter plaatse te voorzien)
FHL1...3
Vloerverwarmingslus (ter plaatse te voorzien)
T
Kamerthermostaat (optie) (ter plaatse te voorzien)
▪ Aftappen – Lage punten. Voorzie aftappunten op alle lage
punten van de installatie om het watercircuit volledig te kunnen
aflaten.
▪ Aftappen – Overdrukveiligheidsklep. Zorg voor een geschikte
afvoer voor de veiligheidsklep om te vermijden dat water in
contact komt met elektrische onderdelen.
▪ Ontluchtingspunten. Voorzie ontluchtingspunten op alle hoge
punten van de installatie; deze punten moeten voor onderhoud
gemakkelijk bereikbaar zijn. De binnenunit is voorzien van een
automatische ontluchting. Controleer of deze ontluchtingsklep
NIET te hard is vastgedraaid, zodat het watercircuit automatisch
ontlucht kan worden.
▪ Onderdelen met een zinklaag. Gebruik nooit onderdelen met
een zinklaag in het watercircuit. Aangezien het watercircuit in de
unit uit koperen buizen bestaat, kan anders overmatige corrosie
optreden.
▪ Niet-koperen metalen leidingen. Wanneer ook niet-koperen
metalen leidingen gebruikt worden, isoleer dan elke koperen
leiding goed van elke niet-koperen leiding, zodat ze NIET met
elkaar in contact kunnen komen. Dit, om galvanische corrosie te
vermijden.
▪ Afsluiter – De circuits van elkaar scheiden. Wanneer een 3-
wegklep in het watercircuit gebruikt wordt, zorg ervoor dat het
warmtapwatercircuit en het circuit van de vloerverwarming volledig
gescheiden zijn.
▪ Klep – Omschakeltijd. Wanneer een 2-wegklep of 3-wegklep in
het watercircuit gebruikt wordt, moet de maximale omschakeltijd
van de klep minder dan 60 seconden bedragen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
6 Voorbereiding
i
i
h
g
FCU1
FCU2
FCU3
i
M
i
FHL1
FHL2
l
k
FHL3
89°C
j
27