Voorbeeld van de meting van de weerstand tussen K1M/1 en
K5M/13:
K1M
1 3 5 13
2 4 6 14
Ω
Ω
K5M
1 3 5 13
2 4 6 14
7.9.9
De gebruikersinterface aansluiten
▪ Als u 1 gebruikersinterface gebruikt, kunt u deze installeren bij de
binnenunit (voor bediening dichtbij de binnenunit), of in de ruimte
(indien gebruikt als kamerthermostaat).
▪ Als u 2 gebruikersinterfaces gebruikt, kunt u 1 gebruikersinterface
installeren bij de binnenunit (voor bediening dichtbij de
binnenunit), + 1 gebruikersinterface in de ruimte (gebruikt als
kamerthermostaat).
De procedure verschilt een beetje naargelang waar u de
gebruikersinterface installeert.
#
Bij de binnenunit
1
Sluit de kabel van de gebruikersinterface aan op de
binnenunit.
Bevestig de kabel met kabelbinders op de
kabelbinderbevestigingen.
2 1
a
a Hoofdgebruikersinterface
b Optionele gebruikersinterface
2
Steek een schroevendraaier in de openingen onderaan de
gebruikersinterface en maak voorzichtig de voorplaat los
van de wandplaat.
De printplaat bevindt zich in de voorplaat van de
gebruikersinterface. Wees voorzichtig om deze NIET te
beschadigen.
ERLQ004~008CA + EHBH/X04+08CB
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P384972-1C – 2018.07
K2M
K2M
1 3 5 13
2 4 6 14
In de kamer
X5M
X2M
A2P
A2P
b
(a)
#
Bij de binnenunit
3
Gebruik de 2 schroeven in de zak
met accessoires om de wandplaat
van de gebruikersinterface op het
plaatmetaal van de unit te
bevestigen.
Let op dat u de vorm van de
achterzijde van de
gebruikersinterface NIET vervormt
door de montageschroeven te stevig
vast te draaien.
4
Sluit aan zoals getoond in 4A.
5
Zet de voorplaat terug op de wandplaat.
Wees voorzichtig de bedrading NIET te knijpen wanneer u
de frontplaat op de unit vastmaakt.
(a)
De hoofdgebruikersinterface is vereist voor de bediening,
maar moet afzonderlijk worden besteld (verplichte optie).
4A Langs de achterkant
PCB
1×
a
b
4C Langs boven
a
b
PCB
1×
b
a
Snijd of verwijder dit deel met een tang enz. uit om de
draden erdoor te leiden.
b
Maak de draden goed vast op het frontstuk van de kast
met behulp van een draadhouder en een klem.
7.9.10
De afsluiter aansluiten
1 Sluit de kabel van de bediening van afsluiter aan op de juiste
aansluitklemmen zoals hieronder afgebeeld.
OPMERKING
De bedrading voor een NC afsluiter (normaal dicht)
verschilt van deze voor een NO afsluiter (normaal open).
Uitgebreide handleiding voor de installateur
7 Installatie
In de kamer
Bevestig de
wandplaat van de
gebruikersinterface
op de muur.
Sluit aan zoals
getoond in 4A, 4B,
4C of 4D.
4B Langs links
PCB
1×
a
b
4D Langs boven midden
b
PCB
1×
b
47
a