Werking
Watersproeiinstallatie (optie)
Bedrijfsmodus II
Om het watersproeiersysteem te activeren, zet u de vier kogelkranen in de stand van
bedrijfsmodus II.
Bedrijfsmodus III
Bij kans op vorst of langere stilstandtijden, raden we aan om al het water op tijd uit
het systeem af te voeren om schade aan het watersproeiersysteem te voorkomen.
Voor het snellere leegmaken van de tank, moet de motor van de machine draaien
(voor aanvoer van perslucht).
Bedrijfsmodus IV
Het uitblazen van de sproeikoppen en de drukleidingen is noodzakelijk bij kans
op vorst. Zet de vier kogelkranen in de stand van bedrijfsmodus IV en schakel het
watersproeiersysteem met de schermknop (24)
latie zo lang ingeschakeld tot uit alle sproeikoppen alleen nog lucht kom, zonder
waternevel. Open vervolgens het waterfilter (6) en maak de filterpot leeg. Schroef de
filterpot met de filterzeef terug op de filterkop.
Wanneer u het watersproeiersysteem niet nodig hebt, zet u de kogelkraan (1) in de
stand van bedrijfsmodus I. U scheidt daarmee de watertank van de persluchttanks.
Hierdoor hebt u bij het starten van de dieselmotor al snel de benodigde druk voor het
pneumatieksysteem.
294 / 556
ON
Water aftappen en tank leegmaken
Sproeikoppen en drukleidingen uitblazen
OPMERKING
(Zie Pagina
295) in. Laat de instal-