7.11
Nareiniging
Afhankelijk van de uitrusting beschikt uw machine over een zeefkettingreiniging, een
8-voudige wringerwalsreiniger of een ontstener.
7.11.1
Zeefkettingreiniging
De reinigingsband mag niet te strak gespannen zijn. Deze dient licht door te hangen
tussen de draagrollen in de retourleiding van de band.
WAARSCHUWING
Gevaar voor bijzonder zware verwondingen door als reinigingsband opstart!
De reinigingsband mag alleen worden opgespannen, wanneer de machineaandrijving
en de dieselmotor zijn uitgeschakeld.
– Vóór onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de machine worden stilgezet
en moet de dieselmotor worden uitgezet.
– Dieselmotor beveiligen tegen onbedoeld starten, contactsleutel beveiligd tegen
gebruik door derden opbergen!
Onderhoud
Nareiniging
419 / 556