7.2
Pompverdeleraandrijving
De pompverdeleraandrijving is direct met flenzen op de dieselmotor gemonteerd en
stuurt het motorvermogen naar de afzonderlijke hydraulische pompen.
Het oliepeil in de pompverdeleraandrijving moet dagelijks worden gecontroleerd. Con-
troleer het oliepeil voordat u de dieselmotor start! Zodra de dieselmotor is gestart, kan
het oliepeil niet meer worden gecontroleerd.
Om het oliepeil te kunnen aflezen, moet de machine op een vlakke en horizontale
ondergrond staan en de dieselmotor moet minimaal 5 minuten uitgeschakeld zijn
geweest. Wanneer het oliepeil zonder duidelijke reden stijgt of daalt, moet u in ieder
geval een monteur van de klantenservice inschakelen.
Het oliepeil kan worden afgelezen in het kijkglas (2). Het peil moet zich binnen het
kijkglas bevinden (nooit boven de bovenrand van het kijkglas!). Het kijkglas bevindt
zich aan de linkerkant van de pompverdeleraandrijving.
De transmissieolie wordt door een eigen oliekoeler
Pompverdeleraandrijving
(1)
Vulschroef voor olie
(2)
Kijkglas
(Zie Pagina
1
2
Onderhoud
Pompverdeleraandrijving
377) gekoeld.
1
373 / 556