e Stel indien nodig de snelheid van de deurvleugel, de OPENHOUDTIJD en de deurvleugelstand
af om aan de geldende voorschriften te voldoen.
Zie de 'Handleiding voor installateurs van aangedreven schuifdeuren voor voetgangers', docu-
ment PRA-0004, voor het berekenen van de snelheid.
f
Controleer de hoogte en kantelgraad van de deurvleugels en stel deze indien nodig af. Dit om
een goede geleiding, opening en sluiting te waarborgen.
g Controleer de borstels, rubberen afdichtingen enz. en stel deze af of vervang ze indien nodig.
Dit om een juiste sluiting te garanderen en energie te besparen.
h Zorg ervoor dat alle veilige afstanden overeenkomstig de geldende normen worden nageleefd
om letsel als gevolg van bijvoorbeeld beknelling te voorkomen. Indien nodig kunnen de be-
schermfuncties worden afgesteld of vervangen. U kunt zelf ook aanvullende bescherming
voorstellen.
i
Controleer of de vluchtwegsystemen altijd operationeel blijven.
j
Controleer de werking van een elektromechanische vergrendeling, LDP (gesloten met stroom)
of LDB (bistabiel) als volgt:
• Zet de programmaschakelaar in de stand UITGANG. De deur dient zonder enig geluid van
de vergrendeling te worden geopend en gesloten.
• Zet de programmaschakelaar in de stand UIT. Overtuig u ervan dat de deur niet kan worden
geopend door in de openingsrichting aan de deurvleugel te trekken.
• Wanneer de programmaschakelaar opnieuw op UITGANG wordt ingesteld, wordt met twee
klikgeluiden (LDB) of één klikgeluid (LDP) aangegeven dat de vergrendeling is ontgrendeld.
De deur dient vervolgens zonder enig geluid van de vergrendeling te worden geopend en
gesloten.
1006278-EMNL-5.0
Versie 2014-02-28
15 Service/onderhoud
61