Installatie
Klemnumm
er
37
2
2
20
39
42
50
53, 54
55
61
68 (+), 69 (-)
62
63
66
67
B01-B12
G, R, V, N, P
Tabel 2.9
2.4.6 Aansluiting ingangskabels netvoeding
•
De kabelgrootte is afhankelijk van de ingangs-
stroom van de frequentieomvormer. Zie de
maximale kabelgroottes in de tabellen voor
ingangsstroom en kabelgroottes in 8 Specificaties.
•
Volg de nationale en lokale voorschriften ten
aanzien van kabelgroottes op.
•
Sluit de 3-fasige netvoedingskabels aan op klem
L1, L2 en L3.
•
Afhankelijk van de configuratie van de apparatuur
moet het ingangsvermogen worden aangesloten
op de voedingsingangsklemmen of de werkscha-
kelaar.
24
Functie
Veilige stop. Zie de sectie Installatie Veilige stop
voor meer informatie.
Common voor digitale ingangen. Om de klem als
common voor de digitale ingang te gebruiken,
stelt u 5-00 Dig. I/O-modus in voor NPN-werking.
Common voor analoge uitgang.
Analoge uitgang. Voor diverse functies te
programmeren via parametergroep 6-5*. Het
analoge signaal is 0-20 mA of 4-20 mA bij
maximaal 500 Ω.
Analoge 10 V DC-voedingsspanning. Een signaal
van maximaal 15 mA wordt gebruikt voor een
potentiometer of thermistor.
Analoge ingang. Te selecteren voor spanning (0
tot ± 10 V) of stroom (0/4 tot ± 20 mA). Gesloten
is voor stroom en geopend is voor spanning. De
schakelaars bevinden zich op de stuurkaart van
de frequentieomvormer. Zie 2.4.13 DIP-switches.
Common voor analoge ingangen.
Common voor seriële communicatie (RS-485-
interface). Zie 2.4.13 DIP-switches.
RS-485-interface. Wanneer de frequentieomvormer
is aangesloten op een RS-485-bus voor seriële
communicatie kan een aanwezige schakelaar op
de stuurkaart worden gebruikt als afsluit-
weerstand. Stel de schakelaar in op AAN voor
afsluiting of op UIT voor geen afsluiting.
RxD/TxD –P (rode kabel) voor Profibus. Zie de
specifieke publicaties (MCA 101) voor meer
informatie.
RxD/TxD –N (groene kabel) voor Profibus.
0 V voor Profibus.
+5 V voor Profibus.
B-optie. Zie specifieke publicaties voor meer
informatie.
Aansluiting voor LCP.
MG04F310 – VLT
®
VLT
Decentral Drive FCD 302 Bedieningshandleiding
•
•
Nr.
91
92
L1
L2
PE
Tabel 2.10
2.4.7 Aansluiting motor en netvoeding met
werkschakelaar
Afbeelding 2.16
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Aard de kabel overeenkomstig de aardingsin-
structies in Algemene aardingsvereisten.
Alle frequentieomvormers kunnen zowel met een
geïsoleerde ingangsbron als met voedingskabels
met een aardreferentie worden gebruikt. Als de
frequentieomvormer stroom ontvangt van een
geïsoleerde netbron (IT-net of zwevende
driehoekschakeling) of TT/TN-S met één zijde
geaard (geaarde driehoekschakeling), moet u
14-50 RFI-filter instellen op Uit. Bij de instelling Uit
worden de interne RFI-filtercondensatoren tussen
het chassis en de tussenkring geïsoleerd om
beschadiging van de tussenkring te voorkomen
en de aardcapaciteitsstromen te reduceren
overeenkomstig IEC 61800-3.
93
Netspanning 3 x 380-480 V
L3
Aardverbinding