Opstarten en functionele te...
AMA voltooid
1.
Het display toont de melding Druk op [OK] om
AMA te voltooien.
2.
Druk op [OK] om de AMA-procedure te verlaten.
AMA mislukt
3
3
1.
De frequentieomvormer komt terecht in de
alarmmodus. Een beschrijving van het alarm is te
vinden in 7 Problemen verhelpen.
Rapportwaarde in de [Alarm Log] toont de laatste
2.
meting die door de AMA is uitgevoerd voordat
de frequentieomvormer in de alarmmodus
terechtkwam. Aan de hand van dit nummer en
de beschrijving van het alarm kunt u het
probleem verhelpen. Vergeet niet om het
nummer en de beschrijving van het alarm te
vermelden als u contact opneemt met Danfoss
voor assistentie.
NB
Het mislukken van een AMA wordt vaak veroorzaakt door:
•
verkeerd ingevoerde gegevens van het motorty-
peplaatje;
•
een te groot verschil tussen het vermogen van de
motor en het vermogen van de frequentieom-
vormer.
3.5 Test lokale bediening
WAARSCHUWING
MOTOR START
Verzeker u ervan dat de motor, het systeem en alle
aangesloten apparatuur startklaar zijn. Wanneer u niet
controleert of de motor, het systeem en alle aangesloten
apparatuur startklaar zijn, kan dit leiden tot lichamelijk
letsel of schade aan de apparatuur.
NB
De toets [Hand on] op het LCP voorziet de frequentieom-
vormer van een lokaal startcommando. De toets [Off]
voorziet in een stopfunctie. Wanneer wordt gewerkt in de
lokale modus kunt u de pijltjestoetsen [
LCP gebruiken om de uitgangssnelheid van de frequentie-
omvormer te verhogen dan wel te verlagen. Met de
pijltjestoetsen [◄] en [►] verplaatst u de displaycursor in
het numerieke display. Door de cursor links van het
decimaalteken te plaatsen, kunt u wijzigingen sneller
invoeren.
1.
Druk op [Hand on].
2.
Laat de frequentieomvormer accelereren door via
▲
[
] naar de volle snelheid te gaan.
3.
Let op eventuele acceleratieproblemen.
36
®
VLT
Decentral Drive FCD 302 Bedieningshandleiding
▲
▼
] en [
] op het
®
MG04F310 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
4.
Druk op [Off].
5.
Let op eventuele deceleratieproblemen.
Wanneer er sprake is van acceleratieproblemen:
•
Raadpleeg 7 Problemen verhelpen
wanneer er waarschuwingen of alarmen
worden gegenereerd.
•
Controleer of de motorgegevens correct
zijn ingevoerd.
•
Verhoog de aanlooptijd in 3-41 Ramp 1
aanlooptijd.
•
Verhoog de stroomgrens in
4-18 Stroombegr..
•
Verhoog de koppelbegrenzing in
4-16 Koppelbegrenzing motormodus.
Wanneer er sprake is van deceleratieproblemen:
•
Raadpleeg 7 Problemen verhelpen
wanneer er waarschuwingen of alarmen
worden gegenereerd.
•
Controleer of de motorgegevens correct
zijn ingevoerd.
•
Verhoog de uitlooptijd in 3-42 Ramp 1
uitlooptijd.
•
Schakel de overspanningsbeveiliging in
via 2-17 Overspanningsreg..
Zie 7.1 Waarschuwingen/Alarmmeldingen voor informatie
over het resetten van de frequentieomvormer na een
uitschakeling (trip).