Inhoudsopgave
Advertenties
Speciale uitrusting
Batterijvergrendeling afstellen
LET OP
Beknellingsgevaar en gevaar van schade aan eigen-
dom
Een batterij die niet goed is vastgezet, kan in boch-
ten uit de machine vallen en gevaar opleveren voor
personen en eigendommen. Als de batterij niet be-
trouwbaar kan worden vastgeklemd, dient het verant-
woordelijke servicecentrum te worden ingeschakeld.
Verder gebruik van de machine met een defecte of
ondeugdelijke kleminrichting voor de batterij, is ge-
vaarlijk.
Om de bedrijfsveiligheid van deze machine te
waarborgen, moet de tractiebatterij goed met
klemmen op zijn plaats in het batterijcomparti-
ment worden vastgezet. Hiervoor beschikt de
machine over een verstelbare batterijvergren-
deling. De batterijvergrendeling kan ca. 30
mm aan weerszijden worden afgesteld. Beide
vergrendelingen dienen symmetrisch te wor-
den afgesteld.
OPMERKING
Als een batterij voor het eerst in een chassis
wordt geplaatst, moeten de hieronder be-
schreven handelingen mogelijk in meerdere
stappen worden herhaald. Als de schroef-
draad van de rubber buffer (veerelement) niet
soepel loopt, dient dit voorafgaand aan het af-
stellen te worden verholpen.
– Plaats de batterij ongeveer in het midden
van het batterijcompartiment. Eén van de
batterijvergrendelingen blijft daarbij als aan-
slag in de machine.
– Draai bij beide vergrendelingen (2) de kar-
telschroef (1) en de rubber buffer (3) hele-
maal terug (4).
– Plaats de tweede batterijvergrendeling in de
machine.
– Schroef beide rubber buffers los tot deze te-
gen de batterij aanliggen. De zichtbare
schroefdraadlengte moet aan beide zijden
van de batterij ongeveer gelijk zijn. Schuif
de batterij indien nodig voorzichtig iets naar
de zijkant. Het maximale afstelbereik van
elke rubber buffer is ca. 20 mm.
5231 804 2507 NL - 04/2020
Batterij op een rollenbaan
7
129
Advertenties
Inhoudsopgave
