Inhoudsopgave
Advertenties
4
Gebruik
Rijden
Rijden
Remmen, rijden en sturen
Rem uitschakelen
Sluit nadat u in de bestuurderscabine hebt
plaatsgenomen de veiligheidssteunen of cabi-
nedeuren. Door eenmaal kort op de voetscha-
kelaar (1) te trappen, bevestigt u uw aanwe-
zigheid. Als de rijschakelaar wordt bediend
wanneer de voetschakelaar is bediend, wordt
de elektromagnetische parkeerrem uitgescha-
keld.
OPMERKING
Telkens wanneer de veiligheidssteunen of
deuren worden geopend en gesloten, moet
opnieuw op de voetschakelaar worden ge-
trapt. De nevenbewegingen kunnen alleen
worden gebruikt wanneer de machine stilstaat
en de voetschakelaar niet is bediend.
Remmen
Wanneer tijdens het rijden de voetschakelaar
wordt losgelaten, wordt de elektrische tegen-
stroomrem ingeschakeld. De machine wordt
afgeremd en komt tot stilstand. Vervolgens
wordt de elektromagnetisch parkeerrem inge-
schakeld.
Wanneer tijdens het rijden de rijhendel of het
linker sensoroppervlak wordt losgelaten, wordt
de elektrische tegenstroomrem ingeschakeld.
De machine wordt afgeremd en komt tot stil-
stand.
Er zijn functies die alleen werken als de ma-
chine stilstaat. Daarom kan het nodig zijn om
uw voet van de voetschakelaar te halen om
deze functies te kunnen gebruiken. Op het
display verschijnt het bijbehorende pictogram.
5231 804 2507 NL - 04/2020
73
Advertenties
Inhoudsopgave
