Inhoudsopgave
Advertenties
13.3.2
meetpunt
figuur 13.3.2.a
+
+
OK
OK
-
-
+
+
OK
OK
-
-
52
Controle op vollast (Stap 2/3)
Stap 2: O
controle op laaglast
2
+
+
Instellen op laaglast
Stel de laaglast van de ketel als volgt in:
OK
OK
-
-
Druk op de - toets tot de waarde 1 (in kW) is bereikt;
-
De ketel zal op laaglast branden (waarde op display in kW)
-
Laat het meetgereedschap voor rookgasanalyse de O
waarden moeten tussen de waarden in onderstaande tabel liggen.
a
De O2 waarde op laaglast moet hoger liggen dan de O
+
+
procedure moet uitgevoerd worden totdat een constant meetresultaat is bereikt. Neem
contact op met ATAG indien de gemeten waarden buiten de toegestane toleranties liggen.
OK
OK
Meting beëindigen:
-
-
-
Druk op de - toets totdat UIT getoond wordt (ingedrukt houden).
Hiermee is de procedure voor brander A beëindigd.
Alleen bij XL105 en XL140:
-
Druk 1x op de terugtoets
-
Druk op de pijltje naar rechts toets om brander B te selecteren.
Het wisselaarsymbool toont de geselecteerde brander (AB, A of B)
Herhaal de procedure voor brander B.
+
+
-
Druk op de terugtoets om terug te keren naar de oorspronkelijke uitlezing.
OK
OK
Meting beëindigen:
-
-
Druk op de - toets totdat UIT getoond wordt (ingedrukt houden).
-
Hiermee is de procedure beëindigd.
O
controle op laaglast (Stap 2)
2
Laaglast
Minimaal 0,5% hoger dan de gemeten waarde
O
2
Waarden geldig bij gesloten mantel/luchtkast.
* Alleen mogelijk met ingebouwde propaanombouwset!
Aardgas
op vollast
Maximaal 7,5%
meting uitvoeren. De gemeten
2
waarde op vollast. De meet-
2
Propaan*
Minimaal 0,2% hoger dan de gemeten waarde op
vollast
Maximaal 7,3%
Advertenties
Inhoudsopgave
