Waarschuwingen en alarmen
9.5 Definities waarschuwingen en alarmen – filter (linker LCP)
LET OP
Deze sectie heeft betrekking op de waarschuwingen en alarmen op het filter-LCP. Zie hoofdstuk 9.4 Definities waarschu-
wingen en alarmen – frequentieomvormer voor waarschuwingen en alarmen voor de frequentieomvormer.
Een waarschuwing of alarm wordt weergeven via de relevante led aan de voorzijde van het filter en aangeduid via een
code op het display.
Een waarschuwing blijft actief totdat het probleem is verholpen. Onder bepaalde omstandigheden kan de eenheid blijven
werken. Waarschuwingen kunnen kritiek zijn, maar dit is niet altijd het geval.
Als er een alarm optreedt, betekent dit dat de eenheid automatisch is uitgeschakeld. Alarmen moeten worden gereset om
de eenheid weer op te starten nadat de fout is opgeheven.
Dit is mogelijk op vier manieren:
1.
Via de [Reset]-toets.
2.
Via een digitale ingang met de functie 'Reset'.
3.
Via seriële communicatie/optionele veldbus.
4.
Via een automatische reset met behulp van de autoresetfunctie.
LET OP
9
9
Na een handmatige reset via [Reset] moet u [Auto On] of [Hand On] indrukken om de eenheid opnieuw te starten.
Als een alarm niet kan worden gereset, komt dit mogelijk doordat de oorzaak nog niet is weggenomen, of omdat er sprake
was van een uitschakeling met blokkering (zie ook Tabel 9.3).
Alarmen die gepaard gaan met een uitschakeling met blokkering, bieden aanvullende beveiliging; in dat geval moet de
netvoeding worden uitgeschakeld voordat het alarm kan worden gereset. Nadat de netvoeding weer is ingeschakeld, is de
eenheid niet meer geblokkeerd en kan hij op bovenstaande wijze worden gereset nadat de fout is weggenomen.
Alarmen zonder uitschakeling met blokkering kunnen tevens worden gereset via de automatische resetfunctie in
14-20 Resetmodus (waarschuwing: automatische opheffing slaapmodus is mogelijk!).
Wanneer er in Tabel 9.3 een kruisje staat bij zowel waarschuwing als alarm, betekent dit dat een alarm wordt voorafgegaan
door een waarschuwing of dat u kunt programmeren of bij een bepaalde fout een waarschuwing dan wel een alarm wordt
gegenereerd.
Nr.
Beschrijving
1
10 V laag
2
Live-zerofout
4
Faseverlies netvoeding
5
DC-tussenkringspanning hoog
6
DC-tussenkringspanning laag
7
DC-overspanning
8
DC-onderspanning
13
Overstroom
14
Aardfout
15
Incompatibele hardware
16
Kortsluiting
17
Stuurwoordtime-out
23
Fout interne ventilator
24
Fout externe ventilator
134
Bedieningshandleiding
Waarschuwing
X
(X)
X
X
X
X
X
X
X
(X)
X
X
Danfoss A/S © Rev. 2014-02-07 Alle rechten voorbehouden.
Alarm/Uitsch.
Alarm/Uitsch & blok.
(X)
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
(X)
Parameterreferentie
6-01
8-04
14-53
MG37A210