Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rfi-Schakelaar; Afgeschermde Kabels; Motorkabel - Danfoss VLT AutomationDrive FC 302 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 302:
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie

3.4.4 RFI-schakelaar

Netvoeding geïsoleerd van aarde
Als de frequentieomvormer stroom ontvangt via een
geïsoleerde netbron of TT/TN-S met één zijde geaard, moet
u de RFI-schakelaar uitschakelen via 14-50 RFI-filter op
zowel de frequentieomvormer als het filter. Zie IEC 364-3
voor meer informatie. Als optimale EMC-prestaties nodig
zijn, parallelle motoren zijn aangesloten of de motorkabel
langer is dan 25 m, moet u 14-50 RFI-filter instellen op [1]
Aan.
Bij de instelling Uit worden de interne RFI-condensatoren
(filtercondensatoren) tussen het chassis en de tussenkring
uitgeschakeld om beschadiging van de tussenkring te
voorkomen en de aardcapaciteitsstromen te reduceren (IEC
61800-3).
Zie de toepassingsnotitie VLT on IT mains. Het is belangrijk
om isolatiebewaking toe te passen die samen met
vermogenselektronica kan worden gebruikt (IEC 61557-8).

3.4.5 Afgeschermde kabels

Het is belangrijk om afgeschermde kabels op de juiste
wijze aan te sluiten om te zorgen voor een hoge EMC-
immuniteit en een lage emissie.
De aansluitingen kunnen worden gemaakt met behulp
van kabelwartels of -klemmen:
EMC-kabelwartels: voor een optimale EMC-
aansluiting kunnen standaard verkrijgbare
kabelwartels worden gebruikt.
EMC-kabelklemmen: de eenheid wordt geleverd
inclusief kabelklemmen om een eenvoudige
aansluiting mogelijk te maken.

3.4.6 Motorkabel

Sluit de motor aan op de klemmen U/T1/96, V/T2/97, W/
T3/98, uiterst rechts op de eenheid. Aarden op klem 99.
Alle typen 3-fasige asynchrone standaardmotoren kunnen
met een frequentieomvormer worden gebruikt. De
draairichting is rechtsom op basis van de fabrieksinstelling.
Hierbij is de uitgang van de frequentieomvormer als volgt
aangesloten:
Klemnummer
Functie
96, 97, 98, 99
Netvoeding U/T1, V/T2, W/T3
Aarde
Tabel 3.4 Klemfuncties
Klem U/T1/96 aangesloten op U-fase
Klem V/T2/97 aangesloten op V-fase
Klem W/T3/98 aangesloten op W-fase
MG37A210
Bedieningshandleiding
De draairichting kan worden gewijzigd door twee fasen
van de motorkabel te verwisselen of door de instelling in
4-10 Draairichting motor te wijzigen.
De draairichting van de motor kan worden gecontroleerd
via 1-28 Controle draair. motor en het volgen van de
stappen die op het display worden weergegeven.
Afbeelding 3.16 Draairichting motor controleren
Vereisten voor framegrootte F
Gebruik altijd 2, 4, 6 of 8 motorfasekabels (een veelvoud
van 2) om te zorgen voor een gelijk aantal aangesloten
draden op de klemmen van beide omvormermodules. De
kabels tussen de klemmen van de omvormermodules en
het eerste gemeenschappelijke punt van een fase moeten
even lang zijn, met een tolerantie van 10%. De
motorklemmen zijn het aanbevolen gemeenschappelijke
punt.
Vereisten aansluitkast voor uitgangen
De lengte (minimaal 2,5 m) en het aantal kabels vanaf elke
omvormermodule naar de gemeenschappelijke klem in de
aansluitkast moet gelijk zijn.
LET OP
Als voor een gemodificeerde toepassing een ongelijk
aantal draden per fase vereist is, moet u contact
opnemen met de fabriek of gebruikmaken van de
kastoptie met doorvoer aan de boven-/onderkant; zie
instructie 177R0097.
Danfoss A/S © Rev. 2014-02-07 Alle rechten voorbehouden.
Motor
U
V
W
2
2
2
U
V
W
1
1
1
FC
96
97
98
Motor
U
V
W
2
2
2
U
V
W
1
1
1
FC
96
97
98
3
3
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave