Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Roland Jupiter-X Gebruikershandleiding pagina 26

Inhoudsopgave

Advertenties

Instellingen voor het gehele apparaat
Parameter
Waarde
[1]-regelaar
[2]-regelaar
REAL,
0–60 [°C]/
Init Temp
32–140 [°F]
Age
OFF, 1–100 [years]
GENERAL
415,3–466,2 [Hz]
MasterTune
-24–24
MasKeyShift
OFF, ON
ScaleTuneSw
0–127
USB In Lev
0–127
USB Out Lev
AuxIn/BT InLev
0–127
OFF, ON
USB Audio Thru
OFF, ON
AUXIN USB Thru
-12–0–+12 [dB]
Line Out Gain
OFF, ON, AUTO
Speaker Sw
-12–0 [dB]
SPOut Gain
OFF, 30 [min],
Auto Off
240 [min]
0–31
LED On Bright
0–30
LED OffBright
1–10
LCD Contrast
OFF, ON
Scene Lock
01-01–16-16
Startup Scene
ARPEGGIO
OFF, ON
Set Tone
26
Uitleg
Specificeert de initiële interne temperatuur voor
Warm-Up.
REAL:
De interne temperatuur die daadwerkelijk
wordt gemeten, is de initiële temperatuur.
0–60°C/32–140°F:
Geeft virtueel de initiële
interne temperatuur (Celsius/Fahrenheit) aan.
Simuleert de veroudering van de interne
componenten van een analoge synthesizer.
Door deze waarde te verhogen, verandert het
geluid zoals het zou zijn op een apparaat dat
een overeenkomstig aantal jaren oud is. Dit is
alleen geldig voor de geluiden van een analoog
synthesizermodel.
Regelt de algemene tuning.
De weergegeven waarde is de frequentie van de
A4-toets (middelste A).
Verschuift het totale toonhoogtebereik van de
JUPITER-X in stappen van een halve toon.
Specificeert of de SCALE TUNE-instelling van de
scène is ingeschakeld (ON) of uitgeschakeld (OFF).
Regelt het audio-invoerniveau van de USB
COMPUTER-poort.
Regelt het audio-uitvoerniveau naar de USB
COMPUTER-poort.
Regelt het invoerniveau van de AUX IN-aansluiting.
Geeft aan of de audio-invoer van de USB
COMPUTER-poort wordt gemengd met de audio-
uitvoer van de USB COMPUTER-poort.
Als u deze audio niet wilt uitvoeren, zet u dit op
"OFF" (uit).
Geeft aan of de invoer van de AUX IN-aansluiting
wordt gemengd met de audio-uitvoer van de USB
COMPUTER-poort.
Als u deze audio niet wilt uitvoeren, zet u dit op
"OFF" (uit).
Regelt de uitvoerversterking van OUTPUT/PHONES.
Specificeert of er geluid via de luidsprekers
wordt uitgevoerd. De AUTO-instelling werkt als
uitgeschakeld (OFF) wanneer de hoofdtelefoon
is aangesloten, en als ingeschakeld (ON) als de
hoofdtelefoon niet is aangesloten.
Regelt de uitvoerversterking van de luidsprekers.
Specificeert of het apparaat automatisch
wordt uitgeschakeld nadat een bepaalde tijd is
verstreken.
Als u niet wilt dat het apparaat automatisch wordt
uitgeschakeld, kiest u de instelling "OFF".
Regelt de helderheid wanneer de leds branden.
Wanneer de JUPITER-X werkt, kunt u ervoor zorgen
dat de leds bij uitschakeling zwak blijven branden
in plaats van helemaal uit te gaan.
Met deze instelling wordt de helderheid van de
leds geregeld als hij uitgeschakeld is.
Past het contrast van het display aan.
Geeft aan of een bevestigingsscherm verschijnt
wanneer u een scène oproept.
OFF:
De scène wordt onmiddellijk opgeroepen.
ON:
Er verschijnt een bevestigingsscherm voordat
de scène opgeroepen wordt. Om de scène op te
roepen, gebruikt u de PAGE [<][>]-knoppen om
"Yes" (Ja) te selecteren en druk vervolgens op de
[ENTER]-knop.
Specificeert de scène die wordt opgeroepen
wanneer het apparaat opstart.
Geeft aan of de huidige geluidsinstellingen
worden behouden, terwijl alleen de frase
wordt geschakeld (OFF) of zowel de frase als de
geluidsinstellingen worden geschakeld (ON).
Parameter
Waarde
Uitleg
[1]-regelaar
[2]-regelaar
Geeft aan of de huidige geluidsinstellingen
worden behouden, terwijl alleen het ritme
OFF, ON
Set Drumkit
wordt geschakeld (OFF) of zowel het ritme als de
geluidsinstellingen worden geschakeld (ON).
Geeft aan of de huidige tempo-instelling
behouden blijft terwijl alleen het ritme wordt
OFF, ON
Set Tempo
geschakeld (OFF) of zowel het ritme als de tempo-
instellingen worden geschakeld (ON).
Specificeert de synchronisatie-instelling voor
arpeggioprestaties bij aansluiting op een extern
apparaat en synchroon afspelen.
OFF:
Arpeggio-uitvoering begint op het moment dat
MIDI-berichten worden ontvangen.
OFF, BEAT,
Arp Sync (*1)
BEAT:
MEASURE
uitvoering begint op de volgende beat nadat
MIDI-berichten zijn ontvangen.
MEASURE:
Arpeggio-uitvoering begint op de eerste beat
van de volgende maat nadat MIDI-berichten zijn
ontvangen.
TEMPO/SYNC
20,00–300,00
Specificeert het systeemtempo.
Tempo
Als u van scène wisselt, geeft deze instelling aan of
SCENE, SYS
het systeemtempo (SYS) dan wel het tempo dat in
Tempo Src
de scène is opgeslagen (SCENE) wordt gebruikt.
AUTO, INT, MIDI,
Specificeert het synchronisatiesignaal volgens
USB COM,
Sync Mode
welk de JUPITER-X werkt.
USB MEM
OFF, MIDI,
USB COM,
Geeft de connector op van waaruit MIDI-
Sync Out
MIDI/USBCM,
klokberichten enzovoort worden uitgevoerd.
USB MEM, ALL
BLUETOOTH
Schakelt Bluetooth-communicatie in (ON) of uit
OFF, ON
Bluetooth Sw
(OFF).
-
Koppelen voor Bluetooth-audio.
Koppeling
Geeft het nummer op dat wordt toegevoegd
aan het einde van de naam van dit apparaat die
OFF, 1–9
Bluetooth ID
wordt weergegeven in een app die via Bluetooth
is verbonden.
(*1) Dit is alleen mogelijk als Sync Mode is ingesteld op "MIDI", "USB COM" of "USB MEM".
Synchroniseert niet met maten of beats.
Synchroniseert met beats. Arpeggio-
Synchroniseert met maten.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave