Geavanceerde
1
verzendfuncties
Geavanceerde
kopieerfuncties
2
Netwerk
3
Gebruikersinter-
face op afstand
4
Systeemmonitor
5
Instellingen sys-
teembeheerder
6
Rapporten
en lijsten
7
Problemen
oplossen
8
Bijlage
9
Inhoudsopgave
Index
4.
Een bestemmingsadres instellen via
het bedieningspaneel.
● Instellingsvoorbeeld bestemming:
– Instellingen aan de
serverzijde:
[Host name] (Hostnaam): starfish
[Domain] (Domein):
organization.company.com
De home directory van de
gebruiker is:
/home/hsato, en /home/hsato/
gedeeld is de
gegevensbestemming.
– De bestemmingsinstellingen voor het apparaat:
Het serverprotocol:
<FTP>
<NAME> (Naam)
De naam van de bestemming
<HOST NAME>
starfish.organization.company.com
(Hostnaam):
<FILE PATH>
voer een van beide in:
(Pad bestand)
gedeeld (als u gebruik maakt
van een relatieve verwijzing)
/hom/hsato/gedeeld (als
u gebruik maakt van een
absolute verwijzing)
<LOGIN NAME>
Gebruikersnaam die werd
(Aanmeldnaam)
ingevoerd in stap 2
<PASSWORD>
Wachtwoord van bovenvermelde
(Wachtwoord):
gebruiker
Terug
Vorige
OPMERKING
– Om de hostnaam in bovenstaand voorbeeld te gebruiken als
<HOSTNAME> (Hostnaam) moet u gebruik maken van een
DNS-server. (Dit is ook van toepassing wanneer het apparaat
en de FTP-server zich in hetzelfde subnet bevinden.) Als er
geen DNS-server beschikbaar is, moet de hostnaaminstelling
worden aangegeven via het IP-adres van de FTP-server.
– Zowel voor <HOST NAME> (Hostnaam) als voor <FILE
PATH> (Pad bestand) kunnen maximaal 120 alfanumerieke
tekens worden ingevoerd op het bedieningspaneel.
– Als u de taal van het scherm wijzigt, kan het zijn dat
<HOST NAME> (Hostnaam) en <FILE PATH> (Pad bestand)
niet juist worden weergegeven.
– Voor instructies voor het opgeven van doeladresinstellingen,
Zie "Instellingen adresboek," op pag. 1-23.
BOVEN
Volgende
3-33