Geavanceerde
1
verzendfuncties
Geavanceerde
kopieerfuncties
2
Netwerk
3
Gebruikersinter-
face op afstand
4
Systeemmonitor
5
Instellingen sys-
teembeheerder
6
Rapporten
en lijsten
7
Problemen
oplossen
8
Bijlage
9
Inhoudsopgave
Index
De volgende symbolen worden in de handleidingen voor het apparaat gebruikt en geven de waarschuwingen en opmerkingen
aan waarmee u rekening dient te houden bij gebruik van het apparaat.
WAARSCHUWING
Geeft aan dat het niet-naleven van de waarschuwing kan leiden tot de dood of ernstig letsel.
VOORZICHTIG
Geeft uitleg over hoe u acties kunt vermijden die u kunnen verwonden of die schade aan het apparaat toebrengen.
OPMERKING
Geeft uitleg over gebruiksbeperkingen en het voorkomen van kleine problemen.
Bovendien worden in deze handleiding verschillende notaties gebruikt voor het identificeren van toetsen en voor informatie op het display:
– De toetsen waarop u drukt, worden tussen rechte haken weergegeven: [Stop].
– Informatie op het display wordt tussen punthaken weergegeven: <OP STOP GEDRUKT>
BOVEN
Terug
Vorige
Volgende
xxii