Geavanceerde
1
verzendfuncties
Geavanceerde
kopieerfuncties
2
Netwerk
3
Gebruikersinter-
face op afstand
4
Systeemmonitor
5
Instellingen sys-
teembeheerder
6
Rapporten
en lijsten
7
Problemen
oplossen
8
Bijlage
9
Inhoudsopgave
Index
■
E-Mail/I-Fax gebruiken
Onderstaande systeemomgevingen zijn geschikt voor
het gebruik van de e-mail- en I-faxfuncties.
● Serversoftware om mails door te sturen
– Sendmail 8.93 of hoger (UNIX)
– Microsoft Exchange Server (Windows)
(Microsoft Exchange Server 5.5 + Service Pack 1 of hoger)
– Lotus Domino R4.6 of hoger (Windows)
● Serversoftware om mails te ontvangen
– Qpopper 2.53 of hoger (UNIX)
– Microsoft Exchange Server (Windows)
(Microsoft Exchange Server 5.5 + Service Pack 1 of hoger)
– Lotus Domino R4.6 of hoger (Windows)
Terug
Vorige
OPMERKING
– Het apparaat stuurt e-mail- of I-faxberichten naar mailservers
via SMTP.
Het apparaat kan inkomende berichten van een e-mailserver
ontvangen via het POP3-protocol of het kan rechtstreeks
gebruikmaken van de eigen SMTP-ontvangstfunctie.
Indien de laatste methode wordt gebruikt, moet de e-mailserver het
POP3-protocol niet ondersteunen.
– Het apparaat kan I-faxberichten en e-mail-foutberichten ontvangen
die worden verstuurd wanneer fouten werden vastgesteld tijdens de
communicatie. Andere types van e-mailberichten kunnen echter niet
worden ontvangen.
■
Gegevens verzenden
Onderstaande systeemomgevingen zijn compatibel voor
het verzenden van gegevens van het apparaat naar een
bestandsserver, afhankelijk van het type netwerk dat wordt
gebruikt.
BOVEN
Volgende
3-5