De instellingen voor het weergeven van opnamen wijzigen
3 De helderheid van het LCD-scherm aanpassen
De helderheid van het LCD-scherm wordt automatisch aangepast voor
een optimale weergave. U kunt het helderheidsniveau van de
automatische aanpassing instellen (lichter of donkerder) of de
helderheid handmatig aanpassen.
Automatische aanpassing
Wanneer [Auto] is ingesteld, moet u erop letten dat de ronde, externe lichtsensor
rechts van het LCD-scherm niet wordt geblokkeerd door uw vinger of iets dergelijks.
Als u de belichting van de opname wilt controleren, kijkt u naar het
histogram (pag. 164).
Selecteer [LCD helderheid].
1
Selecteer op het tabblad [6] de optie
[LCD helderheid] en druk vervolgens
op <0>.
Selecteer [Auto] of [Handmatig].
2
Draai aan het instelwiel <6> om
een optie te selecteren.
Pas de helderheid aan.
3
Kijk naar het diagram met grijswaarden
en draai aan het instelwiel <5>. Druk
vervolgens op <0>.
U kunt [Auto] instellen op drie niveaus,
en [Handmatig] op zeven niveaus.
Handmatige aanpassing
181