C.Fn II -3
0: Uitschakelen
1: Inschakelen
Verbetert de details in lichte tinten. Het dynamische bereik wordt
uitgebreid tussen het standaard 18% grijs en heldere lichte tinten.
De overgang tussen grijstinten en lichte tinten wordt geleidelijker.
Met instelling 1 wordt de instelling [Deactiveren] automatisch ingesteld
voor Auto Lighting Optimizer (Auto Helderheid Optimalisatie) (pag. 75).
Dit kan niet worden aangepast.
Bij instelling 1 kan iets meer ruis dan normaal optreden in schaduwrijke
partijen.
Bij instelling 1 ligt het instelbare ISO-snelheidsbereik tussen 200 en 6400.
Ook <A> wordt weergegeven op het LCD-paneel en in de zoeker.
C.Fn III: Autofocus/Drive
C.Fn III -1
Tijdens het scherpstellen in de modus AI Servo AF kunt u de AF-
gevoeligheid voor het volgen van onderwerpen (of obstakels) die
AF-punten passeren, op vijf niveaus instellen.
Als u de gevoeligheid instelt op [Langzaam], zullen onderbrekingen door
obstakels minder invloed hebben. Dat maakt het gemakkelijker het
onderwerp te volgen.
Als u de gevoeligheid instelt op [Snel], wordt het gemakkelijker om scherp
te stellen op onderwerpen die plotseling van opzij in beeld komen. Dit is
handig als u meerdere onderwerpen op verschillende afstanden na elkaar
wilt fotograferen.
Lichte tonen prioriteit
AIServo tracking gevoeligheid
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN
209