B: De witbalans instellenN
Als de bij stap 1 verkregen belichting sterk afwijkt, kan dit een incorrecte
witbalans tot gevolg hebben.
Als de afbeelding is opgeslagen terwijl de Beeldstijl was ingesteld op
[Monochroom] (pag. 65), kan deze niet worden geselecteerd in stap 3.
In plaats van een wit object kan een kaart met 18% grijs (in de handel
verkrijgbaar) een nauwkeurigere witbalans opleveren.
De persoonlijke witbalans die is vastgelegd met de meegeleverde
software, wordt vastgelegd onder <O>. Als u stap 3 uitvoert, worden
de gegevens voor de geregistreerde persoonlijke witbalans gewist.
P De kleurtemperatuur instellen
U kunt de kleurtemperatuur voor de witbalans numeriek instellen in
graden Kelvin. Deze instelling is voor geavanceerde gebruikers.
Wanneer u de kleurtemperatuur instelt voor een kunstlichtbron, moet u
indien nodig ook de witbalanscorrectie (magenta of groen) instellen.
Als u <P> wilt instellen op de waarde die is gemeten met een in de handel
verkrijgbare kleurtemperatuurmeter, dient u proefopnamen te maken en de
instelling aan te passen om de verschillen tussen de meting van de
kleurtemperatuurmeter en de meting van de camera te compenseren.
72
Selecteer [Witbalans].
1
Selecteer op het tabblad [2] de optie
[Witbalans] en druk vervolgens op <0>.
Stel de kleurtemperatuur in.
2
Draai aan het instelwiel <5>
om [P] te selecteren.
Draai het instelwiel <6> om de
kleurtemperatuur te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
De kleurtemperatuur kan worden
ingesteld van 2500 K tot 10.000 K
(in stappen van 100 K).