Opnametechnieken
Onder normale omstandigheden wordt de
belichting automatisch door de camera
ingesteld. Wanneer het beeld te donker of te licht
is, zoals op de onderstaande afbeeldingen
worden aangegeven, is het aan te bevelen om de
belichting handmatig in te stellen. Wanneer u
een onderwerp tegen een verlichte achtergrond
opneemt, of een onderwerp in de sneeuw, stelt u
een hogere waarde (+) in. Wanneer u een
onderwerp met zeer fel licht, bijvoorbeeld een
spotlamp, tegen een donkere achtergrond
opneemt, stelt u een lagere waarde (–) in.
Onderbelicht
t Stel een hogere waarde (+) in
Juiste belichting
Overbelicht
t Stel een lagere waarde (–) in
70
-NL
Lichtmeetmodus
Modusdraaiknop:
(/S/A/M)*/
SCN/
Met deze functie kunt u de lichtmeetmodus
kiezen om uw opname af te stemmen op de
opnamevoorwaarden en het doel.
* alleen MVC-CD400
Lichtmeting met meerdere patronen
(geen indicatie)
Het beeld wordt opgesplitst in meerdere
velden en voor elk veld afzonderlijk wordt
er een lichtmeting verricht. De camera
beoordeelt de positie van het onderwerp en
de helderheid van de achtergrond, en zorgt
op basis daarvan voor een evenwichtige
belichting.
De camera is in de fabriek ingesteld op
lichtmeting met meerdere patronen.
Lichtmeting met nadruk op het midden
(
) (alleen MVC-CD400)
Bij de lichtmeting wordt voorrang gegeven
aan het midden van het beeld. De camera
bepaalt de belichting op basis van de
helderheid van een onderwerp nabij het
midden en in overeenstemming met het
opnamedoel.
Eénpunts lichtmeting (
)
Alleen voor het veld waarin het onderwerp
zich bevindt, vindt de lichtmeting plaats.
Hiermee kunt u de belichting afstemmen op
het onderwerp, zelfs bij tegenlicht of bij een
sterk contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond.
Positioneer het punt dat u wilt opnemen op
het dradenkruis van de éénpunts
lichtmeting.
• Om scherp te stellen op hetzelfde punt als bij de
lichtmeting, bevelen wij u aan om gebruik te
maken van de Center AF-modus
(MVC-CD250) (blz. 64) of de scherpstelbereik-
keuzemodus (midden) (MVC-CD400)
(blz. 64).
60min
640
4
Dradenkruis van
de éénpunts
lichtmeting