Gebruikershandleiding
❏ Installeert u een gebruikte cartridge opnieuw,
bereidt dan tevens een nieuwe cartridge voor. Het
kan nodig zijn de gebruikte cartridge door een
nieuwe te vervangen als er onvoldoende inkt over
is om de inkt te kunnen laden.
❏ Als u binnen korte tijd een aantal malen een
cartridge verwisselt of de printkop reinigt, kan de
onderhoudscassette snel volraken. Als er niet
voldoende vrije ruimte is, bereidt u een nieuwe
onderhoudscassette voor.
❏ Wees voorzichtig omdat er inkt aanwezig is rond
de poort van het inktsysteem van de gebruikte
cartridge.
Tips voor de opslag van de
cartridges
❏ Sla de cartridges op onder dezelfde
omstandigheden als de printer (temperatuur van
10 tot 35°C en relatieve vochtigheid van 20 tot
80%).
❏ Cartridges die zijn verwijderd voordat ze leeg
waren, kunnen weer in de printer worden
geïnstalleerd en opnieuw worden gebruikt, mits de
op de verpakking afgedrukte houdbaarheidsdatum
niet is overschreden.
❏ Voorkom dat de poort van het inktsysteem vuil
wordt en bewaar de cartridge op de juiste manier.
Het is niet nodig de cartridge weer in de
verpakking te doen. De poort van het inktsysteem
bevat een klepje zodat het niet nodig is een kapje
op de cartridge te plaatsen. Raak de poort van het
inktsysteem niet aan.
Cartridges vervangen
A
Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld.
B
Druk op de knop voor het openen van de
inktklep om de klep van het inktcompartiment
te ontgrendelen.
Het lampje begint te knipperen en de klep gaat
een klein stukje open.
De knop voor het openen van de inktklep van
het linkercompartiment bevindt zich aan de
linkerkant.
C
Doe de klep van het inktcompartiment met de
hand helemaal open.
Opmerking:
Open de klep alleen wanneer het lampje
knippert en de klep ontgrendeld is.
Onderhoud
125