Gebruikershandleiding
B
Ontgrendel de papierhendel terwijl u het papier
vasthoudt om het uit de printer te verwijderen.
Let op:
c
Wanneer u de papierhendel ontgrendelt,
kan het papier vallen. Houdt het papier
vast om te voorkomen dat het papier valt
en wordt beschadigd.
Werken met de automatische
rolopvangeenheid
Met de Automatische rolopvangeenheid kunt u
afdrukken op rolpapier zonder dat het papier wordt
afgesneden en zonder dat het bedrukte papier op de
vloer terechtkomt. Deze eenheid zorgt er voor dat het
bedrukte papier netjes wordt opgerold.
U kunt het papier voorwaarts of achterwaarts oprollen.
Waarschuwing:
w
Zorg ervoor dat de eenheid op een juiste en veilige
manier is gemonteerd. Als de eenheid valt, kan
dat letsel tot gevolg hebben.
Zorg ervoor dat de voorste rand van het papier recht is,
anders wordt het papier niet goed opgerold.
Zie "Rollen papier gebruiken" op pagina 29.
Papier in voorwaartse richting
oprollen
A
Stel de papiergeleiders in op de voorwaartse
stand.
B
Controleer of het oranje sensorlampje brandt.
Het groene sensorlampje geeft aan dat de
automatische rolopvangeenheid is
ingeschakeld.
Als het oranje lampje niet brandt, bevindt zich
een obstakel tussen de lichtdetector en de
lichtbron of zijn deze onderdelen niet goed
uitgelijnd. Pas de positie van de lichtbron zo aan
dat deze is gelijnd met de lichtdetector en draai
de knop vast om de lichtbron te vergrendelen.
C
Druk op de knop
automatisch afsnijden
De automatische rolopvangeenheid rolt het
papier uitsluitend op wanneer Rol niet
automatisch afsnijden
D
Lijn de rand van het rolpapier met de
horizontale lijn van de instelpositie voor
rolpapier. De streepjescode wordt gescand
wanneer deze op de rand van het rolpapier is
afgedrukt. Druk daarna op de knop
rolpapier toe te voeren.
en selecteer Rol niet
.
is geselecteerd.
om het
Papier gebruiken
41