Gebruikershandleiding
E
Zet het rolpapier op drie plaatsen (met tape) vast
aan de kern van de oproleenheid.
F
Druk op de knop
voorwaartse richting toe te voeren en een kleine
vrijhangende lus te creëren.
G
Houd de knop Auto Forward ingedrukt om een
of meer wikkelingen papier op de kern van de
oproleenheid te rollen.
Na het oprollen van de eerste wikkelingen
controleert u of er genoeg papier vrijhangt
tussen de papierrol en de kern van de
oproleenheid.
om het papier in
Papier in achterwaartse richting
oprollen
A
Zet de papiergeleiders verticaal
B
Maak het rolpapier vrij. Zie stap 3 tot 5 van het
volgende gedeelte.
"Papier in voorwaartse richting oprollen" op
pagina 41
C
Trek de onderkant van het rolpapier achter de
kern van de oproleenheid langs (zie illustratie).
Zet het rolpapier nu op drie plaatsen (met tape)
vast aan de kern.
D
Druk op de knop
voorwaartse richting toe te voeren zodat een
vrijhangende lus ontstaat.
E
Houd de knop Auto Backward ingedrukt om
een of meer wikkelingen rolpapier op de kern
van de oproleenheid te rollen.
om het papier in
Papier gebruiken
42