Gebruikershandleiding
Oorzaak
De positie van de afdruk op het
papier is niet juist.
Links /rechts uitgelijnde lijnen
zijn bobbelig.
De bedrukte zijde is stroef of
vlekkerig.
Oplossing
Hebt u het afdrukgebied opgegeven?
Controleer het afdrukgebied in de instellingen van de toepassing en de
printer.
Is de instelling van het papierformaat juist?
Als de instelling voor Papierformaat en het formaat van het feitelijk geplaatste
papier niet met elkaar overeenkomen, bevindt de afdruk zich mogelijk niet op
de gewenste positie of is de afdruk slechts deels zichtbaar. Controleer in dat
geval de afdrukinstellingen.
Is het papier scheef geladen?
Als CONTROLE PAP. SCHEEF in het LCD-scherm is ingesteld op UIT, drukt de
printer ook af als het papier scheef is geladen. In dat geval valt de afdruk niet
samen met het afdrukgebied. Stel CONTROLE PAP. SCHEEF in op AAN in de
menumodus.
Zie "PRINTERINSTELLING" op pagina 20.
Past de afdruk binnen de papierbreedte?
Als de afdruk groter is dan de breedte van het papier, wordt het afdrukken
standaard stopgezet. Als CONTROLE PAPIERFORM. echter is ingesteld op UIT,
wordt ook afgedrukt als de papierbreedte wordt overschreden. Stel CONTROLE
PAPIERFORM. in op AAN in de menumodus.
Zie "PRINTERINSTELLING" op pagina 20.
Is de marge voor rolpapier ingesteld op 15 of 35 mm?
Bij automatisch draaien of wanneer u op de volledige breedte van het papier
afdrukt ((afdrukken met A1 verticaal formaat op 24-inch breed rolpapier of
afdrukken met A2 horizontaal formaat), worden de gegevens buiten het
afdrukgebied rechts op het papier niet afgedrukt als de ROLPAPIERMARGE is
ingesteld op 15 mm of 35 mm. Stel ROLPAPIERMARGE in op 3 mm.
Zie "PRINTERINSTELLING" op pagina 20.
Is de printkop niet goed uitgelijnd en ontstaan er tussenruimtes? (bij
afdrukken in twee richtingen)
Bij afdrukken in twee richtingen drukt de printkop af tijdens de beweging naar
rechts en naar links. Als de printkop niet goed is uitgelijnd, worden uitgelijnde
lijnen afgedrukt met tussenruimtes. Als verticaal uitgelijnde lijnen niet goed
worden uitgelijnd bij afdrukken in twee richtingen, past u de tussenruimte aan.
Zie "Printkop uitlijnen" op pagina 138.
Is het papier te dik of te dun?
Controleer of het papier voldoet aan de specificaties voor deze printer. Voor
informatie over het afdrukmateriaal en de juiste instellingen voor afdrukken
op papier van andere fabrikanten of bij gebruik van een RIP (Raster Image
Processor) raadpleegt u de gebruiksaanwijzing voor het papier of neemt u
contact op met de leverancier van het papier of de fabrikant van het
RIP-systeem.
Schuurt de printkop over de afdrukzijde bij gebruik van dik papier?
Bij gebruik van dik papier kan de printkop over de afdrukzijde van het papier
schuren. Stel in dat geval DEGELRUIMTE in op een punt tussen GROOT en GROOTST.
Zie "PRINTERINSTELLING" op pagina 20.
Problemen oplossen
162