5
x
Parameterinstellingen
Parameter
Ruimte-invloed
Alleen bij aangesloten en aan de verwarmingskring toegewezen kamerstation
De instelling van welke invloed de afwijking van de door EHS157034 gemeten kamer-
temperatuur ten opzichte van de huidige streefwaarde (zie hoofdstuk 3.4.3 en 3.4.4)
heeft op de aanvoerstreeftemperatuur.
Uit: Enkel weersgestuurde aanvoertemperatuurregeling
0: Enkel weersgestuurde aanvoertemperatuurregeling, maar interne verwarmingspomp
loopt volgens een warmte-aanvraag tijdens de afkoeltijd verder tot de volgende verwar-
mingscyclus.
1-20: Zorg voor een correctie van de aanvoerstreeftemperatuur (parallelverschuiving
van de verwarmingscurve) met de ingestelde factor.
Voorbeeld: Als de gemeten temperatuur 2 K onder de streefwaarde ligt, wordt de aan-
voerstreeftemperatuur met 2 keer de ingestelde waarde verhoogd.
Aanpassing kamer-
Alleen bij aangesloten en aan de verwarmingskring toegewezen kamerstation
temp
Individuele aanpassing van de voor de regeling relevante kamertemperatuur.
Als er een systematische afwijking van de door EHS157034 gemeten kamertemperatuur
ten opzichte van de in het oponthoudsbereik van deze kamer daadwerkelijke tempera-
tuur wordt vastgesteld, dan kan de meetwaarde worden gecorrigeerd met de ingestelde
waarde.
Vertrektemp. Dag
Alleen als de parameter [HC Function] = 1:
Instelling van de aanvoerstreeftemperatuur voor de verwarmingskring tijdens de verwar-
mingstijd bij bedrijfsmodus: "Automatisch 1", "Automatisch 2", "Verwarmen".
Vertrektemp. Nacht
Alleen als de parameter [HC Function] = 1:
Instelling van de aanvoerstreeftemperatuur voor de verwarmingskring in lagetempera-
tuurwerking bij bedrijfsmodus: "Automatisch 1", "Automatisch 2", "Nachtverlaging".
Max T-Flow
De vastgelegde aanvoerstreeftemperatuur van de verwarmingskring wordt op de hier in-
gestelde maximale waarde begrensd.
Als een optioneel aangesloten, gemengde verwarmigskring een hogere temperatuur
van de Daikin Altherma EHS(X/H) aanvraagt, dan wordt hiermee rekening gehouden. Zo
loopt de interne verwarmingscirculatiepomp van de Daikin Altherma EHS(X/H) altijd, als
deze is ingeschakeld. Als de directe verwarmingskring een vloerverwarming voedt, moet
dus een mechanische temperatuurbegrenzer worden ingebouwd om oververhitten van
het estrik te verhinderen.
Min T-Flow
De vastgelegde aanvoerstreeftemperatuur van de verwarmingskring wordt op de hier in-
gestelde minimale waarde begrensd.
HC Adaption
Alleen bij aangesloten en aan de verwarmingskring toegewezen kamerstation
Uit: Uitgeschakeld
Aan: Geactiveerd = Start van een eenmalige automatische adaptatie van de verwar-
mingscurve.
Voorwaarden
- Buitentemperatuur < 8 °C
- Instelling van de bedrijfsmodus: "Automatisch 1" of "Automatisch 2"
- Duur van de lagetemperatuurfase minstens 6 uur
Functie: Aan het begin van de lagetemperatuurtijd wordt de actuele kamertemperatuur
als nagestreefde waarde ingesteld voor de volgende 4 uur. De verwarmingscurve wordt
door de Regeling vastgesteld uit de aanvoerstreeftemperaturen, die nodig zijn voor het
aanhouden van deze kamertemperatuur.
Als de automatische verwarmingscurveadaptatie wordt onderbroken, pauzeert de func-
tie tot ze de volgende dag succesvol wordt uitgevoerd of beëindigd (instellen van de pa-
rameter op "Uit" of wijzigen van de actuele bedrijfsmodus).
Gedurende de automatische verwarmingscurveadaptatie worden de warmwaterberei-
ding en de verwarmingsoptimalisering geblokkeerd.
koelen Uitsluitend gebruiken als de toegekende warmtegenerator een koelfunctie heeft.)
Start. T-ext. koelen
Alleen als parameter [HC Function] = 0:
Instelling vanaf welke buitentemperatuur de koelmodus met de hoogste aanvoerstreef-
temperatuur om te koelen [Start T-vertr koelen] start (instelvoorwaarde: bedrijfsmodus
"koelen").
Max. T-ext. koelen
Alleen als parameter [HC Function] = 0:
Instelling bij welke buitentemperatuur de laagste steeftemperatuur om te koelen [Max.
T-vertr koelen] wordt aangegeven (instelvoorwaarde: bedrijfsmodus "koelen").
Start T-vertr koelen
Alleen als parameter [HC Function] = 0:
Instelling van de aanvoerstreeftemperatuur om te koelen bij het starten van de koelmo-
dus (buitentemperatuur = parameter [Start. T-ext. koelen])
Max. T-vertr koelen
Alleen als parameter [HC Function] = 0:
Instelling van de minimale aanvoerstreeftemperatuur om te koelen. Deze wordt vanaf de
buitentemperatuur (parameter [Max. T-ext. koelen]) constant gehouden.
Min. T-vertr koelen
Alleen als parameter [HC Function] = 0:
Instelling van de absolute ondergrens van de aanvoerstreeftemperatuur om te koelen.
De begrenzing werkt indien uit andere parameterinstellingen een lagere aanvoerstreef-
temperatuur om te koelen zou worden vastgelegd.
T-voorl koel
Alleen als de parameter [HC Function] = 1:
Instelling van de aanvoerstreeftemperatuur om te koelen bij actieve koelwerking.
Corr. setpunt koelen Parallelverschuiving van de kenlijn voor het koelen met de ingestelde waarde.
Tab. 5-3 Parameter in draaischakelaarstand "Configuratie", niveau "Config. verwarming"
Gebruiksaanwijzing
36
Beschrijving
Toegang
Instelbereik
Fabrieksin-
Min/Max
BE
HF
:
E
E
Uit, 0 - 20
:
E
E
-5,0 tot +5,0 K
E
E
20 - 90 °C
E
E
10 - 90 °C
N
E
20 - 90 °C
N
E
10 - 90 °C
:
N
E
Uit
Aan
E
E
15 - 45 °C
E
E
20 - 45 °C
E
E
5 - 25 °C
E
E
5 - 25 °C
N
E
5 - 25 °C
E
E
8 - 30 °C
E
E
-5,0 tot +5,0 K
Resolutie
stelling
Uit
1
0,0 K
1 K
40 °C
1 °C
10 °C
1 °C
55 °C
1 °C
10 °C
1 °C
Uit
-
24 °C
1 °C
35 °C
1 °C
18 °C
1 °C
8 °C
1 °C
18 °C
1 °C
18 °C
1 °C
0,0 K
1 K
Daikin RoCon HP
Daikin Regeling
008.1420832 – 05/2014