3
x
Bediening
Tijdens de weersafhankelijke aanvoertemperatuurregeling kan
de gebruiker de aanvoerstreeftemperatuur door de parameter
[Corr. setpunt koelen] maximaal 5 °C naar boven of benenden
aanpassen. Naar beneden is de temperatuur door de parameter
[Min. T-vertr koelen] beperkt.
1
Parameter [Start. T-ext. koelen]
2
Parameter [Max. T-ext. koelen]
3
Parameter [Start T-vertr koelen]
4
Parameter [Max. T-vertr koelen]
5
Parameter [Min. T-vertr koelen]
6
Kamerstreeftemperatuur
7
Koelmodus mogelijk
Afb. 3-15 Parameterafhankelijkheid koelcurve
Meer gedetailleerde verklaringen en mogelijke instelwaarden voor deze functie
vindt u in hoofdstuk 5.2.3.
3.6.4 Weersgestuurde aanvoertemperatuurregeling
Als de weersgestuurde aanvoertemperatuurregeling actief is,
wordt de aanvoerstreeftemperatuur (zie Info-parameter [T-WG
gewenst], hoofdstuk 5.10) automatisch, afhankelijk van de bui-
tentemperatuur bepaald volgens de ingestelde verwarmings-
/koelcurve.
Met de optionele buitentemperatuursensor RoCon OT1, die aan
de noordelijke zijde van het gebouw wordt geïnstalleerd, kan de
weersgestuurde aanvoertemperatuurregeling nog worden geop-
timaliseerdAls er geen RoCon OT1 is geïnstalleerd, gebruikt de
Regeling RoCon HP de waarde van de buitentemperatuur, die op
de buitenwarmtepomp wordt gemeten.
Als het kamerstation ook (EHS157034) op de Daikin Altherma
EHS(X/H) aangesloten is, worden de aanvoerstreeftemperaturen
geregeld op basis van het weer en de kamertemperatuur
(zie tab. 5-3 / tab. 5-16, parameter [Ruimte-invloed]). Deze
functie wordt geactiveerd of gedeactiveerd via de parameter [HC
Function] in de draaischakelaarstand "Configuratie"
niveau "Config. verwarming".
– Parameter [HC Function] = 0: Weersgestuurde aanvoertem-
peratuurregeling
– Parameter [HC Function] = 1: Regeling volgens vaste aan-
voerstreeftemperatuur
– Bij verwarming: Parameter [Vertrektemp. Dag] of parame-
ter [Vertrektemp. Nacht]
– Bij koeling: Parameter [T-voorl koel]
Bij aangesloten mengermodule
De instelling van de verwarmings-/koelcurve en de activering van
de weersgestuurde aanvoertemperatuurregeling voor de toege-
wezen verwarmingskring gebeuren op dezelfde manier als
eerder beschreven.
Gebruiksaanwijzing
20
T
Buitentemperatuur
A
T
Voedingtemperatuur
V
―
Koelcurve
---
Mogelijke parallelver-
schuiving van de koel-
curve
in het
Er bestaat de mogelijkheid om de toegewezen verwarmingskring
te gebruiken als
a) Mengeruitbreiding
De mengermodule wordt de buitentemperatuur van de op de
Daikin Altherma EHS(X/H) aangesloten
buitentemperatuursensor via de CAN-bus overgedragen.
of als
b) Mengeruitbreiding met zoneregeling
Op de mengermodule moet een afzonderlijke buitentempera-
tuursensor (RoCon OT1) worden aangesloten. De toegewe-
zen verwarmingskring wordt geregeld volgens de voor deze
zone relevante buitentemperatuur.
Met geactiveerde terminalfunctie kan de mengermodule via de
Regeling RoCon HP van de Daikin Altherma EHS(X/H) worden
bediend en kunnen de instellingen voor de toegekende verwar-
mingskring worden uitgevoerd.
In combinatie met het kamerstation EHS157034 kan de menger-
module de toegekende verwarmingskring ook volledig zelf-
standig en onafhankelijk van de Daikin Altherma EHS(X/H) re-
gelen.
Als in de draaischakelaarstand
wordt weergegeven, werd er tot nu toe geen geldig ter-
minaladres aan de bedieningseenheid toegewezen.
Als de melding "n.v.t." nog steeds wordt weergegeven,
kan het nodig zijn om de apparaatsoftware te updaten,
om de terminalfunctie te kunnen gebruiken. Wend u
hiervoor tot het Daikin-serviceteam.
Meer gedetailleerde verklaringen en mogelijke instelwaarden voor deze functie
vindt u in hoofdstuk 5.2.3 en 5.13.2.
3.6.5 Vorstbeschermingsfunctie
Bij een buitentemperatuur onder de parameterwaarde [T-vorst-
bev], wordt de geïntegreerde verwarmingscirculatiepompinge-
schakeld om te voorkomen dat de verwarmingsinstallatie
bevriest.
Bovendien worden ook de aanvoer-, boiler- en aangesloten ka-
mertemperatuursensoren permanent gecontroleerd. Als bij een
van deze sensoren de gemeten temperatuur onder 7 °C daalt (bij
een kamertemperatuur onder 5 °C), dan wordt de vorstbescher-
mingsfunctie ook geactiveerd.
Als de vorstbeschermingsfunctie actief is, wordt op de display
van de Regeling RoCon HP in de standaardweergave het
symbool
naast de tijd weergegeven.
Als de temperatuur verwarming aanvoer onder 7 °C daalt, dan
verwarmt de Daikin Altherma EHS(X/H) zo lang totdat de tempe-
ratuur verwarming aanvoer minstens 12 °C bereikt.
De functie wordt beëindigd als de buitentemperatuur boven de in-
gestelde parameterwaarde [T-vorstbev] + 1 K stijgt en er ook
geen andere activeringsvoorwaarde is.
de melding "n.v.t."
Daikin RoCon HP
Daikin Regeling
008.1420832 – 05/2014