Regelblok
Dit blok genereert de MIDI-events en verzendt vervolgens naar het toongeneratorblok.
Bij synthesizers zoals de MOTIF XS bestaat dit blok uit het toetsenbord, pitchbend- en modulatiewielen, ribboncontroller, draaiknop-
pen, schuifregelaars en paneelknoppen. Op de MOTIF-RACK XS bestaat dit blok alleen uit de vijf draaiknoppen en paneelknoppen.
De knoppen tijdens het bespelen van het externe MIDI-toetsenbord past in realtime voiceparameters aan zoals klankkleureigenschap-
pen en volume.
Raadpleeg voor details over het gebruik van draaiknoppen pagina 29 in de sectie Beknopte handleiding.
Effectblok
Dit blok past effecten toe op de uitvoer van het toongeneratorblok en audio-invoerblok, waarbij geavanceerde DSP-technologie (Digital
Signal Processing) wordt toegepast voor de verwerking en verbetering van het geluid. De effecten worden in de laatste bewerkingsfa-
sen toegepast, waardoor u het geluid van de gecreëerde voice naar wens kunt aanpassen.
Effectstructuur
Systeemeffecten —reverb en chorus
Systeemeffecten worden op het totaalgeluid toegepast. Bij het
gebruik van systeemeffecten wordt het geluid van elke part ver-
zonden in overeenstemming met het effectzendniveau per part.
Het bewerkte geluid ('nat' genoemd) wordt naar de mixer terug-
gestuurd in overeenstemming met het retourniveau, en uitge-
voerd nadat het is gemixt met het onbewerkte 'droge' geluid.
Hierdoor kunt u een optimale balans voorbereiden tussen het
effectgeluid en het oorspronkelijke geluid van de parts.
Invoegeffect
Invoegeffecten kunnen op elke part afzonderlijk worden toege-
past. Invoegeffecten worden hoofdzakelijk gebruikt om een
enkele part of voice direct te bewerken. Een invoegeffect heeft
twee units, A en B. Er kunnen verschillende effecttypen voor de
units (invoegeffecten A en B) worden ingesteld. Het invoegeffect
kan worden ingesteld in de effectparameterdisplay van Voice
Edit (pagina 72). Dit instrument beschikt over acht sets invoeg-
effecten (van elk twee units, A en B). Ze kunnen worden toege-
past op maximaal acht parts in de Multi-modus.
Mastereffect
Dit blok past effecten toe op het uiteindelijke stereo-uitgangssig-
naal van het totaalgeluid.
Element-EQ
De element-EQ wordt toegepast op elk element van de normale
voice en elke toets van de drumvoice. U kunt aangeven welk
van de vijf typen vormen wordt gebruikt, zoals shelving en
peaking. De Element-EQ-parameters kunnen alleen worden
ingesteld via de MOTIF-RACK XS Editor.
Common EQ/Part EQ
Deze 3-bands parametrische Part EQ wordt toegepast op elk
van de parts van de multi. De hoge en lage band zijn van het
shelvingtype. De middenband is van het peakingtype. De waar-
den van de Common EQ-parameters vormen een offset van de
instellingen van de Part EQ-parameters.
Master-EQ
De master-EQ wordt toegepast op het uiteindelijke totaalgeluid
(na de toepassing van effecten) van het instrument. Bij deze EQ
zijn alle vijf banden ingesteld op peaking, maar de laagste en
hoogste banden kunnen ook op shelving worden ingesteld.
MOTIF-RACK XS-gebruikershandleiding
Regelblok
57