Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Yamaha MOTIF-RACK XS Gebruikershandleiding pagina 65

Inhoudsopgave

Advertenties

1
Namen (naam geven)
Name
Main 1 Ctgry (hoofdcategorie 1)
Sub 1 Ctgry (subcategorie 1)
Main 2 Ctgry (hoofdcategorie 2)
Sub 2 Ctgry (subcategorie 2)
2
Modus Play
Volume
Pan (panorama)
Note Shift (nootverschuiving)
PB Range Upper
(bovenbereik pitchbend)
PB Range Lower
(onderbereik pitchbend)
Mono/Poly
Key Assign Mode (toetstoewijzings-
modus)
Porta Sw
(portamentoschakelaar)
Porta Time
(portamentotijd)
Porta Mode
(portamentomodus)
Porta Time Mode
(Portamentotijdmodus)
Porta Lgt Slope
(portamentolegatohelling)
Hiermee voert u de gewenste naam in voor de voice. Als u met de cursor naar 'Name' gaat en op de
[ENTER]-knop drukt, roept u het dialoogvenster Naming op, waardoor u de gewenste naam in kunt
voeren. De voicenaam kan uit maximaal 20 tekens bestaan. Raadpleeg voor meer informatie over
het naamgeven pagina 47 in de Beknopte handleiding.
Hiermee bepaalt u de twee hoofdcategorieën en hun subcategorieën waartoe de voice respectieve-
lijk behoort. 'Categorie' kan worden gebruikt als een trefwoord dat de karakteristieken van de voice
beschrijft. De geschikte instelling maakt het makkelijk om de gewenste voice in een verscheiden-
heid aan voices te vinden. Er zijn 16 hoofdcategorieën die de typen instrumenten aangeven. Er zijn
maximaal vijf subcategorieën voor elke hoofdcategorie, om meer gedetailleerde typen instrumenten
aan te geven.
Instellingen: Raadpleeg het Categorieoverzicht op pagina 87.
Hiermee wordt het uitgangsniveau van de voice bepaald. Stel deze parameter in om de balans tus-
sen de huidige voice en andere voices aan te passen. Deze parameter kan rechtstreeks via de
draaiknop worden gewijzigd.
Instellingen: 0 – 127
Hiermee wordt de stereopanoramapositie van de voice bepaald. Deze parameter kan rechtstreeks
via de draaiknop worden gewijzigd.
Instellingen: L63 (uiterst links) – C (midden) – R63 (uiterst rechts)
OPMERKING
Merk op dat deze parameter Part Pan weinig of geen hoorbaar effect kan hebben als de Pan voor een
specifieke part links is ingesteld en de Pan voor een andere part rechts.
Hiermee wordt de transponeerinstelling bepaald (in halve noten) waarmee de toonhoogte wordt ver-
hoogd of verlaagd.
Instellingen: 24 – +0 – +24
Bepaalt het maximale pitchbendbereik in halve noten. De parameter Upper instellen op +12 geeft
de maximale toonhoogteverhoging van één octaaf als het pitchbendwiel omhoog wordt bewogen.
Daar tegenover staat dat de instelling -12 voor Lower ervoor zorgt dat de toonhoogte maximaal één
octaaf (12 halve noten) wordt verlaagd als het pitchbendwiel naar beneden wordt bewogen.
Instellingen: -48 semi – +0 semi – +24 semi
Hiermee bepaalt u de afspeelmethode van de voice: monofoon (alleen een enkele noot) of polyfoon
(meerdere noten).
Instellingen: mono, poly
mono ................................. Bij de instelling 'mono' wordt de geselecteerde voice monofoon weergegeven (er wordt slechts
één noot tegelijk weergegeven). Bij veel instrumentgeluiden (zoals bas en synthlead) zorgt dit
ervoor dat er natuurlijker en vloeiender legato gespeeld kan worden dan wanneer deze para-
meter op 'poly' staat ingesteld.
poly.................................... Bij de instelling 'poly' wordt de geselecteerde voice polyfoon weergegeven (er kunnen meer-
dere noten tegelijk en ook akkoorden worden weergegeven).
Dit is handig wanneer twee of meer 'exemplaren' van dezelfde noot vrijwel tegelijkertijd worden ont-
vangen, of zonder een bijbehorende noot-uitboodschap.
Instellingen: single, multi
single................................. Als er bij de instelling 'single' een dubbele weergave van dezelfde noot wordt ontvangen door
de interne toongenerator, wordt de eerste noot gestopt en klinkt de volgende noot.
multi................................... Als er bij de instelling 'multi' een dubbele weergave van dezelfde noot wordt ontvangen door de
interne toongenerator, klinken beide noten gelijktijdig.
Hiermee wordt bepaald of er portamento op de huidige voice wordt toegepast of niet. Deze parame-
ter kan rechtstreeks via de draaiknop worden gewijzigd.
Instellingen: off, on
Hiermee bepaalt u de toonhoogteovergangstijd als portamento wordt toegepast. Het effect van het
parameterveld verschilt, afhankelijk van de instellingen van de 'Portamento Time Mode'. Hogere
waarden resulteren in een langere toonhoogtewijzigingstijd of een lage snelheid. Deze parameter
kan rechtstreeks via de draaiknop worden gewijzigd.
Instellingen: 0 – 127
Bepaalt hoe portamento op uw toetsenspel wordt toegepast.
Instellingen: fingered, fulltime
fingered ..............................Portamento wordt alleen toegepast als u legato speelt (de volgende noot speelt voordat u de
voorgaande noot loslaat).
fulltime ............................... Portamento wordt op alle noten toegepast.
Bepaalt hoe de toonhoogte in de tijd verandert.
Instellingen: rate1, time1, rate2, time2
rate1 .................................. Toonhoogteveranderingen met de opgegeven snelheid.
time1.................................. Toonhoogteveranderingen in de aangegeven tijd.
rate2 ................................. De toonhoogte verandert met de aangegeven snelheid binnen een octaaf.
time2.................................. De toonhoogte verandert in de aangegeven tijd binnen een octaaf.
Als Mono/Poly is ingesteld op 'mono', kan legato spelen een onnatuurlijke attack geven, afhankelijk
van de aan de geselecteerde voice toegewezen golfvorm. Om een dergelijk probleem op te lossen,
kunt u deze parameter gebruiken om de attack van de voice aan te passen. Normaal gesproken zou
dit op een lage waarde voor golfvormen met korte attacktijden worden ingesteld, en moet het hoog
worden ingesteld voor golfvormen met langere attacktijden.
Instellingen: 0 – 7
Voice-modus
MOTIF-RACK XS-gebruikershandleiding
65

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave