Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Yamaha MOTIF-RACK XS Gebruikershandleiding pagina 96

Inhoudsopgave

Advertenties

Multi-modus
3 Arp Select (Arpeggio Select)
Hiermee bepaalt u of het item dat wordt bewerkt, alle vijf arpeggio's die aan de voice zijn toegewezen, gezamenlijk bewerkt ('Arp Edit'), of
alleen het geselecteerde arpeggio ('Arp 1 – 5 Type'). De andere parameters dan de hieronder vermelde parameters zijn gelijk aan de cor-
responderende parameters in de display Arp Select (pagina 66) in Voice Common Edit.
OPMERKING
Het arpeggiotempo kan worden ingesteld in de display Arpeggio (pagina 91) van Multi Common Edit.
Arp Edit (Arpeggio Edit)
Arp MIDI Out Sw
(Arpeggio MIDI Output Switch)
Arp Transmit Ch
(Arpeggio Transmit Channel)
Voice with ARP
(voice met arpeggio)
Arp 1 – 5 Type (Arpeggio 1 – 5 Type)
Als de parameter Voice with Arp op 'on' is ingesteld in de display Arp Edit van Multi Part Edit, resulteert veranderen van de parameters Main
Category, Sub Category en Type in deze display, in het in een pop-upvenster weergeven van de resulterende bank, nummer en naam van
de partvoice.
4 Filter
De hier gemaakte instellingen worden toegepast als offsets op de filterinstellingen van elk element, dat voor elke partvoice is ingesteld.
Cutoff
Resonance
5 EG
FEG Attack
FEG Decay
FEG Release
FEG Depth
AEG Attack
AEG Decay
AEG Sustain
AEG Release
6 Part EQ
U kunt driebands parametrische EQ op elke part toepassen om het geluid aan te passen. De parameterwaarden hier zijn een offset voor
dezelfde parameters van het toegewezen element, ingesteld in Voice Element Edit. De EQ-vormen voor Low en High liggen vast als shel-
vingtypen.
Freq
Gain (Versterking)
96
MOTIF-RACK XS-gebruikershandleiding
Bepaalt of afspeeldata van het arpeggioafspelen naar externe apparaten wordt uitgevoerd als MIDI-
boodschappen. Als dit op 'on' is ingesteld, worden de data uitgevoerd.
Instellingen: off (niet uitgevoerd), on (uitgevoerd)
Bepaalt het MIDI-zendkanaal voor de arpeggioafspeeldata. Als dit op 'rcv ch' (receive channel, ont-
vangstkanaal) is ingesteld worden arpeggioafspeeldata uitgevoerd via hetzelfde MIDI-kanaal (zen-
den) als is ingesteld bij parameter Receive Ch (pagina 94) in de display Voice van Multi Part Edit.
Instellingen: 1 – 16, rcv ch (ontvangstkanaal)
Aan elk arpeggiotype is een bepaalde voice toegewezen die het best bij dat type past. Deze para-
meter bepaalt of de geschikte voice die voor elk arpeggiotype is geregistreerd wordt toegewezen
aan de bewerkte part. Als deze op 'on' (aan) is ingesteld, wordt de geschikte voice aan de bewerkte
part toegewezen in plaats van de momenteel toegewezen voice. Als deze op 'off' (uit) is ingesteld
wordt de geschikte voice niet aan de bewerkte part toegewezen. De momenteel toegewezen voice
wordt gehandhaafd.
Instellingen: off (niet gekopieerd), on (gekopieerd)
Hiermee bepaalt u de gemeenschappelijke offsetwaarde voor de afsnijfrequenties (Cutoff) voor alle
elementen, die voor elke partvoice zijn ingesteld. Deze parameter kan rechtstreeks via de draai-
knop worden gewijzigd.
Instellingen: -64 – +0 – +63
De functie van deze parameter varieert, afhankelijk van het geselecteerde filtertype. Als het gese-
lecteerde filter een LPF, HPF, BPF (met uitzondering van de BPFw) of BEF is, wordt deze parameter
gebruikt om de resonantie in te stellen. Als het geselecteerde filter een BPFw is, wordt deze parame-
ter gebruikt om de frequentiebandbreedte aan te passen. Resonantie wordt gebruikt om de hoe-
veelheid resonantie (harmonische nadruk) in te stellen die wordt toegepast op het signaal bij de
afsnijfrequentie. Resonantie kan worden gebruikt in combinatie met de afsnijfrequentieparameter
om meer karakter aan het geluid toe te voegen. De Width-parameter wordt gebruikt om de band-
breedte van signaalfrequenties aan te passen die worden doorgelaten door het filter met het BPFw.
De hier gemaakte instellingen worden als offset toegepast op dezelfde parameters in de display Fil-
ter (pagina 68) van Voice Common Edit. Deze parameter kan rechtstreeks via de draaiknop worden
gewijzigd.
Instellingen: -64 – +0 – +63
Bepaalt de basis-EG-instellingen voor de geselecteerde part, voor zowel volume als filter. De para-
meterwaarden zijn een offset voor dezelfde parameters van het toegewezen element, ingesteld in
Voice Element Edit. Raadpleeg voor meer informatie over AEG/FEG, de Display EG (pagina 68) in
Voice Common Edit. In het geval van de drumvoices echter, zijn alleen de AEG Attack en AEG
Decay beschikbaar. Elk van de AEG-parameters en FEG Depth kunnen rechtstreeks via de draai-
knop worden gewijzigd.
Instellingen: -64 – +0 – +63
Hiermee wordt de middenfrequentie bepaald. Frequenties rond dit punt worden verzwakt of ver-
sterkt via de instelling Gain (versterking) onder. Hogere waarden geven hogere frequenties. De
parameter Mid Freq kan rechtstreeks via de draaiknop worden gewijzigd.
Instellingen:
Low........................ 50,1Hz – 2,00kHz
Mid ........................ 139,7Hz – 10,1kHz
High....................... 503,8Hz – 14,0kHz
Hiermee bepaalt u de niveauversterking van de frequentie (hierboven ingesteld), of de mate waarin
de geselecteerde frequentieband wordt verzwakt of versterkt. Deze parameter kan rechtstreeks via
de draaiknop worden gewijzigd.
Instellingen: -12,00 dB – +0,00 dB – +12,00 dB

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave