Geavanceerde HemoSphere-monitor
10.2 In-vitro-kalibratie
In-vitrokalibratie wordt uitgevoerd voordat de katheter bij de patiënt wordt geplaatst. Daarvoor wordt
gebruikgemaakt van de kalibratiebeker die bij de katheter is geleverd.
LET OP
Raak het pictogram voor klinische effecten
1
Selecteer boven in het scherm Oximetriekalibratie het Type oximetrie: ScvO
2
3
Raak de knop In-vitro-kalibratie aan.
Voer de hemoglobinewaarde (Hb) of de hematocrietwaarde (Ht) van de patiënt in op het scherm
4
In-vitrokalibratie. Hemoglobine kan op het toetsenblok worden ingevoerd in g/dl of mmol/l.
Raadpleeg tabel 10-1 voor acceptabele bereiken.
Raak de knop Kalibreren aan om het kalibratieproces te starten.
5
Als de kalibratie met succes is afgerond, verschijnt de volgende melding:
6
Plaats de katheter zoals wordt beschreven in de gebruiksaanwijzing voor de katheter.
7
Raak de knop Start aan.
8
10.2.1 In-vitro-kalibratie fout
Als de geavanceerde HemoSphere-monitor geen in-vitrokalibratie kan uitvoeren, verschijnt een
pop-upscherm met foutmelding.
Raak de knop In-vitro-kalibratie aan om het kalibratieproces voor oximetrie te herhalen.
Raak de knop Annuleren aan om terug te keren naar menu Oximetriekalibratie.
De katheter en de kalibratiebeker moeten droog zijn voor een juiste in-vitrokalibratie
voor oximetrie. Spoel het katheterlumen niet eerder dan nadat de in-vitrokalibratie
is voltooid.
Als de in-vitrokalibratie wordt uitgevoerd nadat de oximetriekatheter bij de patiënt
is geplaatst, zal deze niet nauwkeurig zijn.
aan.
Tabel 10-1 Opties in-vitrokalibratie
Optie
Beschrijving
Hb (g/dl)
Hemoglobine
Hb (mmol/l)
Ht (%)
Hematocriet
In-vitro-kalibratie OK, Breng katheter in.
OF
en het pictogram oximetriekalibratie
Bereik selectie
4,0 tot 20,0
2,5 tot 12,4
12 tot 60
123
10 Oximetriebewaking
of SvO
.
2
2