Bewerken van een spoor van een
opgenomen melodie in
maatsegmenten
U kunt op elk spoor van een opgenomen melodie
bewerkingen zoals kwantiseren, toonsoortverschuiving en
dergelijke, in maatsegmenten uitvoeren.
• Kwantiseren corrigeert automatisch de timing van de noten
opgenomen in een spoor zodat deze overeenkomt met een
nootwaarde die gebruikt wordt als de kwantisatiereferentie
(nootgebeurtenis bij timing).
• Bij toonsoortverschuiving wordt de toonhoogte van de
opgenomen noten (nootgebeurtenissen) in stappen van
een halve toon verschoven.
• In de onderstaande procedure stelt u een startmaat in
(Point A of gewoon Point) en een eindmaat (Point B). Het
gedeelte dat is ingesteld onder "Herhaalde weergave van
specifieke melodiematen (A-B herhalen)" (pagina NL-40)
wordt als de oorspronkelijke standaardinstelling gebruikt.
Kwantiseren van een geselecteerd spoor in
maatsegmenten
1.
Voer de procedure uit onder "Inschakelen van
de melodiebewerkingsmodus" (pagina NL-99).
2.
Gebruik de [1] (V) en [3] (W) bm
cijfertoetsen om "Trk Meas" weer te geven en
druk dan op [6] (ENTER).
"Quantize" verschijnt.
3.
Druk nogmaals op [6] (ENTER).
"Trk Sy" verschijnt.
4.
Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om het
gewenste spoor op te geven en druk dan op
[6] (ENTER).
"Point A" verschijnt.
5.
Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om het
nummer te selecteren van de eerste maat van
het bereik dat u wilt kwantiseren en druk dan
op [6] (ENTER).
"Point B" verschijnt.
6.
Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om het
nummer te selecteren van de laatste maat van
het bereik dat u wilt kwantiseren en druk dan
op [6] (ENTER).
"Value" verschijnt.
Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen
7.
Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om de
nootwaarde op te geven die gebruikt moet
worden als de referentienoot voor de
kwantisatie.
Display
4, 8, 16, 32
Kwartnoot, achtste noot, zestiende
noot, tweeëndertigste noot
4d, 8d, 16d, 32d
Gepunteerde noten
4t, 8t, 16t, 32t
Trioolnoten
8.
Druk op [6] (ENTER).
"Sure?" verschijnt.
9.
Voer de procedure uit onder "Verlaten van de
functie van de melodiebewerkingsmodus"
(pagina NL-99).
Toonsoortverschuiving van een geselecteerd
spoor in maatsegmenten
1.
Voer de procedure uit onder "Inschakelen van
de melodiebewerkingsmodus" (pagina NL-99).
2.
Gebruik de [1] (V) en [3] (W) bm
cijfertoetsen om "Trk Meas" weer te geven en
druk dan op [6] (ENTER).
"Quantize" verschijnt.
3.
Gebruik de [1] (V) en [3] (W) toetsen om
"KeyShift" weer te geven en druk dan op
[6] (ENTER).
"Trk Sy" verschijnt.
4.
Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om het
gewenste spoor op te geven en druk dan op
[6] (ENTER).
"Point A" verschijnt.
5.
Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om het
nummer te selecteren van de eerste maat van
het bereik waarop u de toonsoortverschuiving
wilt toepassen en druk dan op [6] (ENTER).
"Point B" verschijnt.
6.
Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om het
nummer te selecteren van de laatste maat van
het bereik waarop u de toonsoortverschuiving
wilt toepassen en druk dan op [6] (ENTER).
"Value" verschijnt.
Beschrijving
NL-103