Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen
7.
Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om de
waarde voor de toonsoortverschuiving op te
geven.
• U kunt een waarde instellen in het bereik lopend van
–24 t/m 24. Door de instelling met één te verlagen
wordt de toonhoogte met één halve toon verlaagd en
door de instelling met één te verhogen wordt de
toonhoogte met één halve toon verhoogd.
8.
Druk op [6] (ENTER).
"Sure?" verschijnt.
9.
Voer de procedure uit onder "Verlaten van de
functie van de melodiebewerkingsmodus"
(pagina NL-99).
Wissen van een geselecteerd spoor in
maatsegmenten
1.
Voer de procedure uit onder "Inschakelen van
de melodiebewerkingsmodus" (pagina NL-99).
2.
Gebruik de [1] (V) en [3] (W) bm
cijfertoetsen om "Trk Meas" weer te geven en
druk dan op [6] (ENTER).
"Quantize" verschijnt.
3.
Gebruik de [1] (V) en [3] (W) toetsen om
"Clear" weer te geven en druk dan op
[6] (ENTER).
"Trk Sy" verschijnt.
4.
Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om het
gewenste spoor op te geven en druk dan op
[6] (ENTER).
"Point A" verschijnt.
5.
Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om het
nummer te selecteren van de eerste maat van
het bereik dat u wilt wissen en druk dan op
[6] (ENTER).
"Point B" verschijnt.
6.
Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om het
nummer te selecteren van de laatste maat van
het bereik dat u wilt wissen en druk dan op
[6] (ENTER).
"Sure?" verschijnt.
7.
Voer de procedure uit onder "Verlaten van de
functie van de melodiebewerkingsmodus"
(pagina NL-99).
NL-104
Kopiëren van een geselecteerd spoor in
maatsegmenten en deze invoegen op een
specifieke plaats in hetzelfde spoor
1.
Voer de procedure uit onder "Inschakelen van
de melodiebewerkingsmodus" (pagina NL-99).
2.
Gebruik de [1] (V) en [3] (W) bm
cijfertoetsen om "Trk Meas" weer te geven en
druk dan op [6] (ENTER).
"Quantize" verschijnt.
3.
Gebruik de [1] (V) en [3] (W) toetsen om
"Copy" weer te geven en druk dan op
[6] (ENTER).
"Trk Sy" verschijnt.
4.
Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om het
gewenste spoor op te geven en druk dan op
[6] (ENTER).
"Point A" verschijnt.
5.
Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om het
nummer te selecteren van de eerste maat van
het bereik dat u wilt kopiëren en druk dan op
[6] (ENTER).
"Point B" verschijnt.
6.
Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om het
nummer te selecteren van de laatste maat van
het bereik dat u wilt kopiëren en druk dan op
[6] (ENTER).
"DstPoint" verschijnt.
7.
Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om het
nummer te selecteren van de eerste maat van
de kopieerbestemming en druk dan op
[6] (ENTER).
"Sure?" verschijnt.
8.
Voer de procedure uit onder "Verlaten van de
functie van de melodiebewerkingsmodus"
(pagina NL-99).